Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Nader mij niet, of ik dood u; en ik, die heur zoozeer beminde! mijn arm bedrogen hert, dat ganschelijk heur was! Wat komt gij hier doen op onze schepen? waarom hebt gij mij opgepast? waarom liet ge mij niet sterven? Ga heen, ik wil u voor mijne oogen niet meer zien; ga heen, of ik smijt u in de zee. Mijn mes!...
Krabt die Fransche furie niet met haar spitse nagels het vleesch van Heinrichs aangezicht! Slaat ze die nagels niet in Friedrichs oog! Ja, laat hij maar vloeken en tieren der verdammte Franzoos. Voort met het Eugénieënbrut! Smijt het razende dier in den kelder, of buiten, bij nummer eins! Friedrich trilt van woede. Zijn linkeroog brandt in de oogkas.
Hij smijt woedend de pen op tafel, staat op en loopt in 't kleine kamertje op en neer. Zijn roode oogen doen hem pijn van 't kijken. Met zijn bril op den neus beziet hij nogmaals de cijfers, telt, hertelt en ziet dat het eindcijfer juist is. Weer gaat hij aan tafel zitten en pruttelt in zichzelven: "Zoo gaat het niet langer; 't is niet om uit te houden, ze melkt me uit als een koe.
Eensklaps barstte de zwarte wolk, en de hagelsteenen vielen en sloegen geducht op Uilenspiegel's rug. Laas, sprak hij, ik voel het wel, 't is alleen naar dwalende honden dat men steenen smijt. Toen zette hij het op een loopen. 't Is mijne schuld niet, vervolgde hij, als ik geen paleis of zelfs geen tent heb om mijn schraal lichaam te beschutten.
Dat is met Henri Dekking het geval; hij zegt zelf, dat hij het vluchtig zal doen, niet als een reisgids, die met getallen en namen smijt en onleesbaar wordt van degelijkheid, maar als een, die in eigen bewondering reden vond, om anderen tot het genieten van merkwaardigs op te wekken.
Kijkt bescheielijk naar dominee's pantoffels; veegt met den rug van z'n hand langs den mond; smijt eensklaps het hoofd achterover en gilt eensklaps op hartverscheurenden toon, terwijl hij met zijn klompenmakersvinger de maat slaat, het eerste vers van den 96sten psalm: Zingt zingt een nieuw gezang, en wat er verder volgt.
Smijt dat pak gewawel in het vuur, en kom tot mijne kerk over." "Dat verhoede de Heere!" zeide Tom met vurigen ernst. "Gij ziet wel dat de Heere u niet helpen zal. Als Hij dat gewild had, zou Hij wel gemaakt hebben dat ik u niet kreeg. Die godsdienst van u is alles een hoop leugenachtige bombast, Tom. Gij deedt beter u aan mij te houden. Ik ben iemand en kan iets doen."
Door de grootere scherpzinnigheid van mijn helder verstand, red ik u het leven; en uit dankbaarheid smijt gij mij uw ongeslepen tegelsteen naar het hoofd! Een knappe kerel, die zulke nukken heeft! Hebt gij wel eens een diamant gevonden?" "Neen." "Praat dan niet over dingen, waarvan gij geen verstand hebt." "Hebt gij er dan een gevonden?" "Ja.
Haasje komt nog eens, en zegt: »doe open, doe open!« en hij doet open, en smijt de pop naar haar hoofd, dat haar muts afvalt. Nu ziet haasje, dat zijn bruid weg is, en hij gaat ook weg en is treurig. Er was eens een koningszoon; hij had eene bruid en had haar zéér lief.
Ik ben niet zoo zachtmoedig als een zeker iemand; ik zeg niet: ik vergeef het je, want je weet niet wat je doet. Dat is een godslasterlijke vergelijking, dokter Stockmann! BILLING. Dat is goddo.... Zoo iets is kras om aan te hooren voor een ernstig man. EEN GROVE STEM. Nou dreigt hij ook nog! OPHITSEND GEROEP. Laat ons de ruiten bij hem inslaan! Smijt hem in de fjord! Blaas op je hoorn, Evensen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek