Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Dan, kwam de lust om méér te weten, werd er lief, meelijdend geredeneerd, een sinaasappeltje geschild en over de vrouw gepraat, dronken ze zoete thee en werden de toiletten, de "sjiek" van "haar" behandeld. Wat een luxe in dat huishouden! Wat een verspilling! Zoo'n vrouw most 'n man ruïneeren. Dat had je bij Indischen, die smeten altijd met geld. Daar was geen kruid voor gewassen.

't Klonk wel mooi! als was het de turksche trom en schel in dat orchest. Rang, Ring! Bons! twee blanke kleine vuistjes smeten een kop en schotel met een bordje over den grond.

Allen trokken er trouwens van door zooals zij konden: krabbend, redde de deken 't heilig sacrament; het geloovige volk droeg de fierters terug in de kerk; de vier dragers van Sint Maarten smeten Pompilius ruwweg ten gronde. En daar nog dorst de arme klokluider zich niet krabben noch roeren, doch hij sloot devotelijk de oogen.

Uit de keukenkast nam ze het brood, sneed een dikke boterham, brokkelde die op een bord, deed er melk bij, zette het neer op den grond. Het beest lekte haar handen, begon gulzig te eten. Toen dee ze het. De slag was geweldig. Het leek of de keuken instortte. Een vieze, zoete walm hing over den grond. Dirk en Ida smeten de deur open.

"Of wat zoudt gij er van denken," vervolgde ik, met genoegen den indruk bespeurende, dien mijne redenen maakten: "indien zij eens in den volgenden nacht het vaartuig beklommen, dat ginds op de reede ligt, de manschap afmaakten en overboord smeten en met het schip gingen strijken?" "Met onze thee gaan strijken!" riep Pulver, opstuivende.

Eenigen kapten bijten in 't ijs en smeten de grijsaards levend onder de schotsen; anderen sneden de borsten der vrouwen af en strooiden peper in de gapende wonden; anderen nog hingen de kinderen in de schoorsteenen op.

Meester en Tom smeten het arme verdrinkende beest nog met steenen. De arme Carlo keek mij zoo droevig aan, alsof hij zich verwonderde, waarom ik hem niet redde. Ik kreeg met de zweep, omdat ik het niet zelf wilde doen. Maar het kon mij niet schelen. Hij zal wel eens ondervinden dat de zweep iemand niet temt. Mijn dag zal wel komen, als hij niet oppast." "Wat wilt gij gaan doen?

De zeven beenhouwers, die aan de tafel van Lamme en Uilenspiegel zaten, smeten van hunne tafel naar die van de meidekens hespen, worsten, pannekoeken en bottels, die zij vingen in de vlucht, gelijk de karpers boven het water naar de vliegen snappen. En Stevenijne liet heure scherpe tanden zien en grijnslachte, en wees naar de pakken keersen van vijf in het pond, die boven den toog hingen.

Deze woorden roepende, wierp hij een groot getal Fransen in het slijk, en ging zo verbazend in de slachting voort dat de Vlamingen hem als een bovennatuurlijk wezen aanzagen. Nu daalde de moed in hun harten terug, zij smeten zich tegelijk met een blij gehuil vooruit, en volgden de gulden ridder in wonderdaden na.

Wij lieten geen kelder, geen zolder, geen kamer ondoorzocht, braken in ons onderzoek enkele der onmisbaarste kamerbehoeften, smeten in de keuken potten en pannen dooreen; en toen wij twee zoons van den eigenaar vonden, gaven wij te kennen, dat zij de gezochte zeelieden waren en zich maar dadelijk hadden aan te kleeden om ons te volgen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek