Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Ge waart dood, terwijl zij haar hymne aan de liefde dichtte, dood, terwijl zij naar Sjö ijlde, naar den Majoor, dood, toen zij de vlammen den hemel rood zag tinten boven de toppen der boomen. Zie, zij waren gekomen, de sterke stormvogels, de demonische arenden van den hartstocht. Met vlammende vleugels en stalen klauwen daalden zij ruischend neer over u, gij geest met de ijzige oogen.
"Gösta, was ik egoïst toen ik naar Sjö ging om den Majoor te halen? Ik wist, dat er pokken waren. 't Is ook niet prettig, door de sneeuw en de kou met dunne schoenen te loopen." "Liefde leeft alleen van liefde, en niet van diensten en weldaden," antwoordde Gösta. "Wil je dan dat we van nu af aan vreemden voor elkaar zullen zijn, Gösta?" "Ja, dat wil ik." "Je bent veranderlijk."
"De praatjes over ons bereikten mijn vader en moeder, die bij den kolenbrander, en in 't bosch bij Elvedal woonden. Zij bedacht zich niet lang, de oude, maar kwam naar mij toe, om met mij te spreken. "Op een dag, dat de Majoor uit was en ik met Altringer en nog vele anderen aan tafel zat, kwam zij naar Sjö.
Majoor Samzelius werd door een ongeluk getroffen. Hij was meer en meer zonderling en menschenschuw geworden. Hij ging 't meest met dieren om en had een heelen dierentuin gemaakt op Sjö. Gevaarlijk was het ook, want hij had gedurig zijn geladen geweer bij zich en schoot dat telkens af, zonder op te passen, waar hij op mikte.
De Majoorske ging het land door met den bedelstaf en de Majoor woonde op Sjö. Hij kon niet eens bij het feest zijn; want de pokken waren uitgebroken op Sjö en hij was bang de besmetting over te brengen. Wat een overvloed van genot brachten die twaalf heerlijke uren niet mee! van 't eerste knallen van de kurken aan tafel tot de laatste streek van den strijkstok, lang na middernacht!
Zij kon niet toelaten, dat de mannen, die haar uit de sneeuw hadden opgenomen en hun huis en hart voor haar geopend, van hun haardsteden verjaagd zouden worden. Zij wilde naar Sjö gaan, naar Majoor Samzelius. Eerst over een uur kon ze terug zijn.
Wil je me nu slaan, om wat voor twintig jaar gebeurd is? Waarom sloeg je me toen niet? Ben je vergeten, dat hij op Ekeby woonde, en wij op Sjö? Weet je niet hoe hij ons hielp in onze armoede? Wij reden in zijn wagen, wij dronken zijn wijn. Hebben we ooit iets voor je verborgen? Waren niet zijn knechten jouw knechten? Vulde zijn goud niet jouw zak? Heb je zijn zeven bergwerken niet aangenomen?
Je weet wel hoe 't later ging: we woonden op Sjö, hier bij 't meer Löfven, de Majoor en ik. Maar hij was niet rijk zooals de menschen gezegd hadden. Ik heb vaak zware dagen gehad. "Toen kwam Altringer terug, en nu was hij rijk. Hij werd eigenaar van Ekeby en onze buurman op Sjö; hij werd eigenaar van nog zes andere landgoederen bij 't meer Löfven; hij was flink en ondernemend.
En daar staat de Majoorske met een gezicht om bang voor te worden, want ze houdt zich veel boozer, dan ze is. En al die mannen met bijlen gewapend! De meesten leggen den eed af om erger ongelukken te voorkomen. Maar ondertusschen is de tijd voorbij gegaan en Marianne heeft Sjö bereikt. De Majoor houdt niet van lang slapen. Zij trof hem aan in den tuin, waar hij zijn beren voerde.
Hij was een heerlijk man! Hij hielp ons in onze armoede; wij reden in zijn rijtuigen; hij zond eten voor onze keuken en wijn voor onzen kelder. Hij vulde mijn leven met feesten en blijdschap. De majoor ging op reis; hij moest naar den oorlog; maar wat kon ons dat schelen! Den eenen dag was ik zijn gast op Ekeby, den anderen dag kwam hij naar Sjö!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek