Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Hij naderde tot het smeekende meisje, nam haar bij de hand en sprak, zonder haar van den grond op te lichten: «Siska, ongelukkig kind, gij hebt schrikkelijk tegen God misdaan, want Hij heeft gezegd: bemint uwen vader en uwe moeder, en gij, wat hebt gij gedaan?..... Neen, neen, vrees niet, ik zal het ijselijk woord niet meer herhalen.
Steek die pastoorsparapluie onder uwen mantel, want wij zien er uit als boerinnen, die van hun dorp komen!» Vrouw Van Roosemael antwoordde hierop met eene stille stem, die den stempel harer hartsdroefheid droeg: «Siska, mijn kind, gij moogt zoo vies niet zijn. Ik ben gekleed gelijk mijne moeder zaliger gekleed was; en kan ik nu in mijne oude dagen gaan veranderen?
Men zou zeggen: het is /Truiken roert mij niet/. De dokter ondervraagt haar; zij antwoordt zoo eenvoudiglijk, zij is zoo stil en zoo weinig van spreken, dat hij zich verloren geeft..... En Siska mag naar het pensionaat wederkeeren. Terwijl de dochter van meester Van Roosemael de verfranschte opvoeding genoot, ging het niet zeer wel met den winkel en het huisgezin van meester Spinael.
Hemel! het is hare Siska!..... Zie, de stramme moeder huppelt vooruit als een jeugdig meisje, twee tranen schieten in hare oogen, een blikkerende lach beglanst haar gelaat, zij opent de armen en roept met roerende blijdschap: «O, Siska, mijn kind!» Het moet zijn, dat de naam Siska de jonge dame beschaamt; zij wordt rood!
Moeder Van Roosemael ziet het hek toegaan; droefheid beklemt haren boezem; een pijnlijke zucht ontsnapt hare borst..... Zij heeft hare lieve Siska niet gezien!
Hier borst vader Van Roosemael in tranen los; hij wilde spreken, doch kon in het eerst niet, zoozeer verkropte hem de angst, dien het voorgeschetst lot van Siska hem had ingeboezemd. Hij stond op, vatte de hand van den dokter en riep eindelijk: «Dank, dank, vriend.
God weet uit wat geuzenalmanak gij dien belachelijken naam van Eudoxie hebt opgevischt.» Siska was kwaad. Zij antwoordde met bijtende stem: «Is het mijne schuld dat de demoisellen in het pensionaat mijnen gemeenen naam veranderd hebben? En toch, ik heet liever /Eudoxie Van Rosmal/, dan mijne ooren altijd met het plat boerenvlaamsch /Francisca Van Roosemael/ te moeten hooren verscheuren.»
Hij heeft in Parijs gewoond en, al is hij slechts /coiffeur/, hij is toch geleerd en hij kent zijne wereld.» «Ha, dat heet gij zijne wereld kennen? Niets doen, altijd loopen en oudersverdriet zijn? Welnu, ik zeg u, Siska, dat ik niet wil hebben, dat gij met zulke onbeschaamde sprinkhanen kennis maakt, en wat uwen naam aangaat: ik heet Siska, en gij heet ook Siska.
Wat hij goedvond, keurde zijne dochter af, en niet zelden dorst zij te kennen geven, dat hij bekrompene gedachten had. Werd de man dan boos, zoo geraakte het huis in rep en roer: hij aan de eene zijde en Siska met hare moeder aan de andere.
Dit geschiedde meer dan eens: Siska bezat nu alreeds de kunst om zoogezegde onnoozele leugens aaneen te knoopen, en de liefde harer moeder uit te persen als eene spons. Men zou zich kunnen verwonderen over deze spoedige verandering; maar was zij dan alleen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek