Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Dit alles beklemt mij... Geef mij een wapen, en ik zal vechten tot den laatsten droppel bloed... maar geef mij een dwijl en een emmer zeepsop, en smartelijk zuchtend zal ik terneerzitten... als een lafaard... Geloof mij en blijf mijner gedenken MELIS STOKE. Mijn Landstormlichting komt op...

Eindelijk zien wij vooruit, in den wit-grauwen bergwand, een uitgekapte poort; opening, waardoor men naar het daarbuiten gelegene kan zien. Men blikt in een oneindige diepte, op een warrelende, schitterend witte dampmassa, een gezicht, dat het gemoed beklemt tot hartkloppens toe. Wij staan aan den Moenggal, 7574 voet boven de zee.

Moeder Van Roosemael ziet het hek toegaan; droefheid beklemt haren boezem; een pijnlijke zucht ontsnapt hare borst..... Zij heeft hare lieve Siska niet gezien!

De gouden stilte is te zwaar voor de natuur en hare schepselen, dan dat zij haar langen tijd durven te dragen. De gouden stilte, de dagestilte, als zichtbaar dringend om ons het leven klopt, is te gedachte-, te zielerijk om, door den mensch vooral, lange gedragen te kunnen worden. Het eenzame woud beklemt ons, de eenzame bergtop doet ons sm

DANDYN. Och! ’k voel dat zy me reeds tot medelyden maanen, Gy maakt uw Rechters hart gevoelig! ’k ben beklemt; De waarheid perst my tot uw ondergang; zy stemt Myn traanen tegen: wyl de misdaad voor elks oogen Zo klaar is, kan ik niet uw droeve traanen droogen! Maar zo hy word gedoemt, wat zal ’t dan wezen! ziet Hier zeven wezen, heel gedompelt in ’t verdriet.

Hier is het koud, niet waar? Hier, in de stilte des doods, beklemt het hart zich met afgrijzen en met schrik. Wij zijn in het rijk des hongersnoods. Ziet gij ginds die halfnaakte menschenschimmen bij hoopen over de woeste velden dwalen en zoeken, gelijk de raven doen? Ziet, hoe machteloos zij hunne stramme leden over de sneeuw voortsleepen!

De muil is nog niet opgesperd. De klauw nog niet uitgeslagen. Het vuur van den bloeddorst vlamt nog niet in het oog. Gij speelt nog met uw lieve zondetjes, in uzelven en in uw kind. Er zit geen kwaad bij, denkt ge, en het vermaakt u meer, dan dat het u angst aanjaagt en u beklemt. En toch, wat zijn al die zondetjes in u dan kleine tijgertjes van binnen, waar de schriklijk booze aard inzit?

Huichel niet langer! Durf dit aanzien! Verberg niet onder nieuwe leugens den angst die u beklemt. Ik zie in uw ijzig hart. Het is even gelijk aan het stuk ivoor, dat ge betast met uwe vingeren en dat levenloos het warme leven van uwe handen op zijne koude lenden draagt. Maar, Rupert, al rilt het niet bij uwe bangheid, éens, Rupert, hoor mij, hoor mij, eens zal ik het zien roeren!

Ja, vader, doe ik het niet heden, dan zal ik nimmer spreken. Ik moet eindelijk uiten, wat reeds zoolang mijn hart beklemt.

Zou het vogelzaad ook opslagen, vorschte Snepvangers. Er komen Turcos gelijk in 't jaar zeventig, beloofde de Speeker, van die half zwarten met roode pofbroeken. 's Zondags, in de kerk, hoorden Mijnheer en Madame de kondschap der Bisschoppen aan de geloovigen: "Het uur is bedenkelijk. Angst en vreeze beklemt de harten. Kinderen, vrouwen en moeders smelten in tranen.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek