United States or Morocco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Iets in het binnenste van den zwarten man antwoordde: "Neen!" en alsof de stem van een onzichtbaar wezen sprak, hoorde hij de woorden van een ouden profeet, welke Eva hem zoo dikwijls voorgelezen had: "Vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uwen naam geroepen, gij zijt de mijne." Doch Simon Legree hoorde geen stem. Die stem is eene, welke hij nooit zal hooren.

Uilenspiegel die dronkenschap bleef voorwenden, klom waggelend de trap op, en gebaarde schier te vallen, als hij naar de koord greep. Simon kwam hem ter hulp als een broeder, met teedere zorgen. Hij hielp hem in zijn bed; hij had medelijden met hem en bad God, dat Hij hem zijne dronkenschap zou vergeven.

Simon wilde antwoorden. Plotseling werd de zware draperie, welke den voorhang der tent vormde, ter zijde geschoven en een schildwacht vroeg gehoor. Een man was door een patrouille betrapt, op zijn post slapend, en hij wachtte buiten. Moest men hem voor den veldheer brengen? «Jaantwoordde Datis. Hij was op eens zeer stil geworden en stond op, zwaar van den wijn.

En als Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Heilige Geest geschonken werd, bood hij hun geld aan en zeide: "Geeft ook mij deze macht, opdat hij, wien ik de handen opleg, den Heiligen Geest ontvangt". Petrus echter zeide tot hem: "Uw geld ga met U ten verderve, omdat gij gemeend hebt, dat de gave Gods door geld verkregen wordt!

Weldra hoorde men op den hoorn blazen; het was een afschuwelijke muziek, die de vogels op de vlucht dreef; en even daarna verschenen gemaskerden op het plein. Aan hun hoofd wandelde Penda-Penda, de vrouwelijke Simon, de echtgenoote van den Grooten Geest. Deze figuur had een reusachtig hoofd, ruw uit hout gesneden en vastgehecht aan eene stof, die van onderen in een soort van biezen rok uitliep.

Zoo galoppeerde Ariomardos langs het Perzische front, blinkend en glinsterend als een goudvlieg onder de stralen der zon. Toen op vijfduizend schreden van den vijand Miltiades het trompetsignaal tot den looppas deed geven, greep Simon zijn lans vaster aan, deed als de anderen het «Eleleuen «Alalauit den mond galmen en repte de beenen.

"Neen," was het antwoord, "ik geloof niet, dat wij het tweemaal hebben gegeten in het jaar, dat ik bij hem woon." "Zeer goed, schrijf op griffier, dat er bij Samuel Simon nooit varkensvleesch wordt gegeten. Daarentegen eet men er zeker soms wel lamsvleesch, nietwaar?" "Ja, dat gebeurt nog al eens," zei de jongen. "Ik herinner mij, dat wij het met de laatste Paschen nog hebben gehad."

Dat alles werd Simon langzamerhand klaar en verschafte hem eene groote verheuging; het was alsof hij heel in de verte een onbekend land zag, dat hijzelf misschien nooit van aangezicht tot aangezicht zou aanschouwen, doch dat betreden en gewonnen zou worden door een volgend geslacht, een heerlijk wingewest voor het violenomkranst Athene.

In samenwerking met M. Scharten-Antink: Een Huis vol Menschen, verhaal uit het Parijsche leven De Vreemde Heerschers, verhaal van de Italiaansche meren Julie Simon, de levensroman van R.C. Bakhuizen v.d. Brink . Vertalingen: Jules Renard, Natuurlijke Historietjes In samenwerking met M. Scharten-Antink: Honoré de Balzac: Het gevloekte kind

Omtrent Paasch, op een morgen toen zij haar kind in de wieg had geleid, kwam zij bij Simon en Tamalone aan de voordeur staan. "Simon," zeide ze, "ik ga morgen naar Capraia." De twee vrienden zagen haar verbluft aan. "Alleen met het kind? Het is wel anderhalven dag van hier." "Als Tamalone mij niet brengen kan zal ik alleen gaan, maar ik zal rijden en er eerder zijn."