Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Sigurd wist, dat zijn moeder heel blij zou zijn, als hij antwoordde, dat hij met hem was ingenomen, maar dat kon hij niet over zich verkrijgen. "Is hij niet een Tater?" vroeg hij. "Hij!" antwoordde de moeder. "Waarom zou hij een Tater zijn? Weet je niet, dat de Taters donker zijn? En deze heeft immers rood haar." "Ja, maar hij heeft zilveren knoopen aan zijn vest."

Ofschoon ten doode gewond, hief Sigurd zich in bed op en zijn beroemd zwaard dat naast hem hing grijpend, wierp hij het met al de kracht die nog in hem over was naar den vluchtenden moordenaar en hieuw hem in tweeën toen hij de deur bereikte. Toen, met een laatst gefluisterd vaarwel aan de verschrikte Goedroen zonk Sigurd achterover en blies den laatsten adem uit.

En 't werd opeens met Sigurd of in zijn hart de min Voor Brunhild nooit geleefd had, nu hij zag de koningin; Brunhilds geliefde wezen was hem een vuur, gedoofd, Schonk hem geen smart of vreugde, begunstigd en beroofd.

Hij zocht zich aan die herinnering te ontworstelen, maar er was iets in die muziek, wat hem aan de schelle schreeuwende vagebondenstemmen herinnerde. Een paar dagen later kwam Sigurd haastig in de groote kamer, waar zijn moeder zat te spinnen. "Nu moet ik u zeggen, dat Jan toch een Tater is," zei hij. De moeder boog zich wat meer voorover, maar hield niet op met spinnen.

De zoon heette Sigurd. Hij leek op zijn moeder, die blond en mooi was. Hij scheen opgeruimd te zijn van aard, evenals zij, maar zoo lang zijn vader leefde, had deze al zijn bekommeringen met hem gedeeld, zoodat hij wel wat heel gedrukt was geworden en te ernstig voor zijn leeftijd. Hij kon het goed met zijn moeder vinden.

Op een dag, toen ze over zulk een eindeloos zandveld trokken, zei Jan: "Hier was vroeger bosch. Dat heb ik mijn vader hooren vertellen. 't Is toch vreemd, dat alles zoo verwoest kon worden." "De menschen, die tegen het zand hadden moeten strijden, zijn zeker weggegaan, en hebben 't land aan zijn lot overgelaten," antwoordde Sigurd bitter. "Denk je dat?" zei Jan heftig.

De ruïnen waren echter niet geheel verlaten, en plotseling voelde Frithiof den kouden snuit van zijn hond in zijn hand. Eenige oogenblikken daarna sprong zijn geliefkoosd ros aan zijns meesters zijde en de trouwe schepselen waren bijna wild van vreugde. Toen kwam Hilding hem bezoeken met de mededeeling dat Ingeborg nu de vrouw van Sigurd Ring was.

Nu bleek het, dat het paard gestolen was, en Sigurd, die er meê reed, werd gevangen genomen als paardendief. Sigurd werd niet erg ongerust over die aanklacht. Hij kon een heele massa menschen als getuigen aanroepen, dat hij den vorigen dag niet in Frilles-aas was geweest. Hij ging zonder tegenstand in arrest, en was er zeker van, dat hij zou worden vrijgesproken, zoodra zijn zaak behandeld werd.

Hij zag zich al in gedachten als eigenaar van een groote, rijke hoeve. Op eens herinnerde hij zich toen, hoe Jan en hij hadden gespit om een put te maken, en dat Jan een stuk klei had opgenomen en gezegd, dat hij goud had gevonden. "Hij wist dat van den mergel," dacht Sigurd. "Hij heeft het aldoor geweten. En hij wilde liever als bedelaar rondzwerven, dan thuis blijven en ons allen rijk maken."

Hij was heel grappig, en de moeder en de dienstboden hadden allen zoo'n pleizier, dat ze soms slap van lachen waren. Sigurd keek hem aanhoudend aan, dien heelen avond, maar hij lachte niet. De knecht ging een oogenblik in den stal om het paard te verzorgen, en dat nam de moeder waar, om Sigurd te vragen, hoe hij den nieuwaangekomene vond.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek