Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
"Ik dacht, dat het zand al erg genoeg was. Moeten nu de Taters ook nog over ons komen." Later in den avond had de vader Sigurd bij zich geroepen. Hij had hem tusschen zijn knieën gezet, en was begonnen met hem over de Taters te spreken. "Onthoud nu wat ik je zeg," zei hij, "en vergeet dat nooit! Je moet er voor oppassen, dat je nooit iets met Taters te maken hebt.
Hij scheen verwant te zijn aan alle Taters, die in Halland woonden, en allen ontving hij zoo goed, als hij maar kon. Dat verminderde den voorraad in de provisiekamer en op den korenzolder niet weinig, en als Jan met zijn vrouw en Sigurd alleen was, klaagde hij er over, dat zijn eigen familie hem aan den bedelstaf bracht.
't Werd een groot drinkgelag, maar Jan dronk zelf niet veel; hij speelde alleen maar. Tegen den avond begon het dansen, en Jan danste meê, maar hij speelde ondertusschen door. Sigurd zat in de kamer. Hij vond de andere Taters even akelig als vroeger, maar hij kon den lust niet weerstaan naar Jan te kijken, en hem te hooren spelen.
Op een dag vroeg Sigurd aan Jan, of hij dien niet in orde kon maken. "Ja, dat denk ik wel; laat hem mij maar eens zien," zei Jan. De huismoeder nam den ketel van de plank, en reikte dien Jan over, maar gaf hem meteen een wenk. Jan nam den deksel van den ketel, keek er in, en zette hem haastig weer neer. "Dien moeten we laten maken, als er eens Taters voorbij komen," zei hij.
Maar toen dacht hij aan wat zijn vader van de Taters had gezegd, en hij voelde zulk een strijd en onrust in zijn hart, dat hij niets kon zeggen. Hij zou willen weten, of er ook onder de Taters niet een eerlijke, flinke man kon wezen, en of Jan niet een heel ander mensch was dan al de andere. Jan zat daar heel stil. Hij sloeg niet meer met de muts tegen de hand.
Hij fronste het voorhoofd, en zag er uit, alsof hij lust had den Tater aan te vallen. "Ik schop dat plantje om, en ik zou grooten lust hebben al die andere ook om te schoppen." "Wat zou je daar nu aan hebben?" vroeg Sigurd. "Ik weet niet hoe het komt," zei Jan, "maar in de landen, waar groote, kale velden zijn en wijde open heiden, daar zijn de Taters graag.
Sigurd wist, dat zijn moeder heel blij zou zijn, als hij antwoordde, dat hij met hem was ingenomen, maar dat kon hij niet over zich verkrijgen. "Is hij niet een Tater?" vroeg hij. "Hij!" antwoordde de moeder. "Waarom zou hij een Tater zijn? Weet je niet, dat de Taters donker zijn? En deze heeft immers rood haar." "Ja, maar hij heeft zilveren knoopen aan zijn vest."
"Er mankeert niets aan, dan dat hij vertind moet worden." Sigurd voelde een groote verlichting bij die woorden van Jan. Hij wist, dat alle Taters ketels en pannen konden vertinnen, en als Jan die kunst niet verstond, was hij zeker geen Tater. De jongen had niet kunnen laten zich aan den knecht te hechten, en hij was blij, dat Jan geen Tater was, zoodat hij op de hoeve kon blijven.
"Neen, wat zeg je!" antwoordde zij. "Dat is een wonderlijk nieuwtje!" Er was iets in haar toon, alsof ze hem voor den gek hield. "Daar kwam zoo pas een wagen vol Taters voorbij, toen Jan en ik op de plaats stonden. Ze riepen Jan iets toe, en hij antwoordde hun." "'t Is toch zeker niet verboden met Taters te spreken," zei de moeder, en scheen niet het minste belang in dat bericht te stellen.
Zelf was ze niet van Taterfamilie, maar een dochter van een grondeigenaar. Ze was van huis weggeloopen, om met de Taters meê te gaan. Nu meende ze, dat een Tatervrouw, die boos op haar was geworden, haar de ziekte op den hals had gejaagd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek