Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
Als ik vader ben, zal ik me heel anders gedragen, zei Herman. Ik ook! beloofde Sietske. Nooit, nooit, nooit meer dan 'n halve sekonde les in ... de eeuw. Nooit Sofala, Monomotapapa ... kom-aan, dierbare vader, roep mee: leven de kinderen! Of anders... Leven de... Weer sloeg de klok. Eén slag. Nu stak de vader 'n vinger op. Kwartier, jongens! De saturnalie is uit!
Ik zal jelui allemaal ... Vyf! juichte Sietske. M'n hand is uit, kyk maar, tot den pink toe: vyf! Vyf uur, vadertje, mannetje, tirannetje! Hoera... hoera! De beide jongens begonnen meeteschreeuwen. 't Was 'n quodlibet van gaudeamus en vive la joie, en God save the King... help mee, jongens! Vive la vacance, le maître en pénitence... Wilhellemus al van Nassouwe... met de ellebogen door z'n... hoed.
Sietske werkte zich omhoog tot ze op vaders schouders stond, en sprong op Willem toe, die haar handig opving en op den grond zette. Oef! riep de dokter. Oef, oef, oef? O, dierbare vader, we zyn nog lang niet aan oef! Twee volle uren les, en dan terstond: oef! Waar zou dat heen? O, neen, dierbare tiran van Monomotapapa, van Monoë ... muggen, muggi bedenk dat 'n welgeschapen kind z'n rechten heeft.
Zelfs de kleine Sietske ging hem in kennis ver te-boven. Het besef hiervan drukte hem zóó, dat-i ook 't weinigje dat-i wèl wist niet kon te-pas brengen. De goedigheid waarmee men hem trachtte op den weg te helpen, ontsnapte niet aan z'n fyn gevoel, en maakte z'n toestand nog pynlyker.
Mevrouw Holsma liet haar door Sietske uitnoodigen binnen te komen, maar zy antwoordde dat ze liever by den kleinen Erik wilde blyven, met wien ze juist zoo prettig aan 't spelen was. "Erik?" dacht Wouter. Dat verwachtte ik wel, zei mevrouw Holsma. Daarom ook was ze van-middag niet aan tafel. Ze blyft liever by 't bedje van den kleinen jongen. Ook houdt ze niet van ons eten, riep Sietske.
Het scheen er op toegelegd, op-nieuw voedsel te geven aan de zonderlinge verwarring tusschen Femke en Sietske, die in z'n gemoed ontstaan was. Zeer duidelyk hoorde hy Vrouw Claus zeggen: Ja, Siet, maar... wat doet-i op zoo'n paard! Als ik z'n moeder was... En hoe Sietske nogal nuffig antwoordde: Nicht, ik denk dat z'n moeder er niets van weet.
Wouter besteedde een stuiver, en kreeg behoorlyk het te veel betaalde terug. Die schelling... o, hoe gelukkig dat Willem en Sietske hem begeleid hadden tot aan de huisdeur, toen-i zoo-even de Holsma's verliet! Dit had God nu eens goed beschikt!
Jesis-Maria, wat ben ik 'n gemeen schepsel! Zeg, jongeheer, ben je van je paard gevallen? Och, och, och, wat doe je-n-ook op zoo'n beest! En... waar is je skos-mussie? 't Stond je zoo aardig! En je sabeltje? 't Rinkelde zoo! En nu al dood... Jesis-Maria! En je kleertjes? Och, lieve god, hy is dood, en... van z'n paard gevallen! Ben je dood? Sietske! mompelde Wouter.
"De assistent-resident met verlof maakte dien dag den indruk van een verkleeden prins uit een tooversprookje," schrijft zijn nichtje Sietske jaren later als zij de herinneringen aan haren beroemden oom op schrift stelt. D. maakt door den verloofde van Everdine's nichtje kennis met een kring Leidsche studenten, wat aanleiding geeft tot het over en weer geven van feestjes.
En de kleine Fem is naar me genoemd, of... naar m'n overgrootmoeder eigenlyk, want in onze familie heeten we allemaal Fem of Sietske. En de mannen heeten Sybrand of Erik. Dat wist je zeker niet, hè? Sybrand? Ja... of Erik! Maar ik woon achter de planken... Op-eens doorschoot Wouter de gedachte te vroeg was 't niet! dat die vrouw krankzinnig was. En er was iets van aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek