United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja liefdevolle blikken zag men, van haar, die zich voorstelden hoe koninklijk de lieve kleine, met zooveel vreugde verbeid, daarin rusten zou. Menige zucht ontglipte aan deze en gene moeder, die aan haar eigen thans ledige wieg dacht, en die zucht vertolkte zich in een bede, dat God de Heere H. M. een welgeschapen, gezond kindeken mocht geven en laten behouden.

Dit in aanmerking nemende alsmede dat eene krachtige maag een zegen heeten mag, zelfs al kan men haar in den regel niet vullen met wildbraad of pastei, en dat welgeschapen leden ook onder een schamel jasje eenen jongen man niet misstaan meende Justus dat voor eenen spruit van eenen plattelands-brievengaarder het ouderlijke erfdeel heel wat kariger had kunnen uitvallen.

In Noorwegen is elk welgeschapen, gezond man dienstplichtig, behalve wanneer hij loods of geestelijke is, en hij wordt aangewezen voor den dienst waarvoor hij het meest geschikt is. Zeelieden en visschers dienen op de vloot, handwerkslieden bij de genie en de artillerie; studenten in de medicijnen in de veldhospitalen; de landlieden gaan zooveel mogelijk bij de kavalerie.

Sietske werkte zich omhoog tot ze op vaders schouders stond, en sprong op Willem toe, die haar handig opving en op den grond zette. Oef! riep de dokter. Oef, oef, oef? O, dierbare vader, we zyn nog lang niet aan oef! Twee volle uren les, en dan terstond: oef! Waar zou dat heen? O, neen, dierbare tiran van Monomotapapa, van Monoë ... muggen, muggi bedenk dat 'n welgeschapen kind z'n rechten heeft.

Maar niet in de behoeften van deze ongelukkigen zoeke men het richtsnoer ter beoordeeling van 't onderwys waarop 'n welgeschapen kind aanspraak heeft. We mogen niet willens en wetens het getal der geestelyk-mismaakten vermeerderen." "Door dwang verstoppen we de rykste bron van genot en goed zyn: 't onafhankelyk denken.

Si si, va bene!" Aandoenlijk optimisme! Hij vertsaagde niet, noch wanhoopte hij ooit. In zijne tevredenheid over den goeden God, de schoone wereld en zijn welgeschapen eigen-ik, meende hij altoos maar dat alles goed ging.

Is de leek omdat hy leek is onbevoegd om aanmerkingen te maken op zaken die onder 't begrip vallen van elken welgeschapen mensengeest? Ten wiens behoeve ontsteken dan professers en specialiteiten hun licht? Moet men juist lantaarnopsteker zyn om 't recht te hebben over duisternis te klagen?