United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Om zijn middel was een ouderwetsche schede gegord, doch er stak geen zwaard in, en zij was geheel doorvreten van den roest. "Iemand als ik heb je nooit te voren gezien, he!" riep de Geest uit. "Nooit," antwoordde Scrooge. "Ik geloof het niet," zei Scrooge. "Ik vrees van niet. Hebt ge veel broeders, Geest?" "Meer dan achttienhonderd," zei de Geest.

Doch daar ik weet dat het uw doel is mij goed te doen en ik hoop in de toekomst een ander man te worden dan ik was, ben ik bereid u te volgen en met een dankbaar hart. Wilt ge niet tegen mij spreken?" Het gaf hem geen antwoord. De hand wees recht voor hen uit. "Ga mij voor!" zeide Scrooge. "Ga voor! De nacht gaat snel voorbij en zijn tijd is kostbaar voor mij, dat weet ik. Ga mij voor, Geest!"

"Ik zie een ledige plaats," hernam de Geest, "in het hoekje van den haard en een krukje zonder eigenaar, zorgvuldig bewaard. Als er in deze schaduwen geen verandering gebracht wordt door de Toekomst, zal het kind sterven." "O, neen, neen," zei Scrooge. "O neen, goede Geest! zeg dat hij gespaard zal blijven!"

Er waren daar misschien een twintig jonge en oude lieden bijeen, doch allen speelden, en Scrooge deed mede; want, door de belangstelling die hij voelde voor wat er gebeurde, geheel vergetend dat zijn stem onhoorbaar was voor hunne ooren, zeide hij soms zeer luid wat hìj geraden had en ried het zeer dikwijls goed ook, want de scherpste Whitechapel-naald, gegarandeerd de draad in het oog niet te doen slijten, was niet scherper dan Scrooge.

Het zou bepaald een verrassing voor Scrooge's zakenkennissen uit de City geweest zijn, hem aldus met al den ernst, zijn natuur eigen, te hooren uitweiden over dergelijke onderwerpen, met een eigenaardige stem, die het midden hield tusschen lachen en weenen, en zijn verhoogde kleur en opgewonden gezicht te zien. "Daar heb je de Papegaai ook!" riep Scrooge.

"Een veel te gering iets om zoo dankbaar voor te zijn, die dwaze luidjes!" zeide de Geest. "Gering iets!" echoëde Scrooge. De Geest gaf hem een teeken te luisteren naar wat de twee leerlingen, die hun hart voor elkaar uitstortten, vol lof van Fezziwig, zeiden, en toen hij dit gedaan had, zeide de Geest: "Nu, is het niet zooals ik zeg?

Aan een van deze zat een eenzaam knaapje te lezen bij een kwijnend vuurtje; en Scrooge ging op een bank zitten en weende toen hij zijn eigen arme ik daar zoo vergeten zag zitten, net als vroeger.

In armenhuis, hospitaal en gevangenis, in elken schuilhoek der ellende, waar de ijdele mensch in zijn korte beetje macht de deur niet afgesloten had en den Geest er buiten hield, daar liet hij zijn zegen na, leerde Scrooge zijn voorschriften.

Scrooge had tevergeefs kunnen pleiten dat het weder en het uur zich niet bijzonder leenden tot voetreizen voor welk doel dan ook; dat het in bed warm was, en de thermometer een heel eind onder vriespunt stond; dat hij niet al te dik gekleed was met slechts pantoffels en chambercloak aan en een slaapmuts op; en dat hij op dat oogenblik verkouden was.

De hand, waarmede hij het adres schreef, was niet heel vast, doch hij kreeg het toch op het papier en ging naar beneden om de straatdeur open te doen en klaar te zijn als de knecht van den poelier kwam. Terwijl hij daar op diens komst stond te wachten viel zijn oog op den klopper. "Van dien klopper zal ik houden zoolang ik leef!" riep Scrooge uit, den klopper met zijn hand aaiend.