United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dick Wilkins, waarachtig!" zei Scrooge tegen den Geest. "Waarachtig 't is 'em. Hij hield veel van me, die Dick. Goeie Dick. Wel, wel!" "Yo ho, jongens!" zeide Fezziwig. "Voor vandaag genoeg gewerkt, hoor. Avond vóór Kerstmis, Dick, Kerstmis, Ebenezer! De luiken er vóór, hoor," riep de oude Fezziwig met een luiden klap in de handen, "vóór je tot tien kunt tellen!"

En toen de oude Fezziwig en mevrouw Fezziwig door alle figuren van den dans gegaan waren, "avancez en retirez," "geef uw partner de hand," "buig en curtsey," "kurketrekker," "doe een draad in de naald," en "weer terug naar uw plaats," sprong Fezziwig in de hoogte sprong met de teenen gekruist, zóó handig dat het was alsof hij met zijn beenen knipoogjes gaf, en kwam weer zonder wankelen op zijn voeten terecht.

Er werd nog meer gedanst, en er werd pandverbeurd en nòg meer gedanst, en er was tulband en "negus," en er was een groot stuk koud vleesch en een groot stuk gekookt koud vleesch en pasteien met gehakt vleesch, rozijnen, krenten en suiker erin, en dan was er véél bier. Toen trad de oude Fezziwig aan om te dansen met mevrouw Fezziwig.

"Een veel te gering iets om zoo dankbaar voor te zijn, die dwaze luidjes!" zeide de Geest. "Gering iets!" echoëde Scrooge. De Geest gaf hem een teeken te luisteren naar wat de twee leerlingen, die hun hart voor elkaar uitstortten, vol lof van Fezziwig, zeiden, en toen hij dit gedaan had, zeide de Geest: "Nu, is het niet zooals ik zeg?

Er kwam een vedelaar binnen met een muziekboek. Hij ging op de hooge kruk zitten en deed zijn best voor een heel orkest, en steunde om er maagpijn van te krijgen. Mevrouw Fezziwig kwam binnen, één aangekleede glimlach. De drie juffers Fezziwig kwamen binnen, stralend en beminnelijk. Binnen kwamen de zes jonge cavaliers wier harten zij gebroken hadden. Binnen kwamen al de jongelingen en jongedochters die in de zaak geëmployeerd werden. Binnen kwam de meid met haar neef, den bakker. Binnen kwam de keukenmeid met haars broeders intiemen vriend, den melkman. Binnen kwam de jongen van den overkant, dien men verdacht van niet genoeg te eten te krijgen van zijn meester, en die trachtte zich te verstoppen achter het meisje van daarnaast, van wie men wist dat haar meesteres haar aan 'r ooren getrokken had. Binnen kwamen ze allemaal, de een na den ander; enkelen bedeesd, anderen zonder schroom, enkelen gracieus, anderen geen weg wetend met hun figuur, sommigen drukkend, anderen weer trekkend, maar allen kwamen ze binnen, hoe dan ook en vanwaar dan ook. En daar gingen ze er allen op los, twintig paren tegelijk, de eerste twee paren handen kruisend; tóén de dames van het tweede viertal handen kruisend met de heeren van het tweede viertal en hetzelfde met de heeren van het eerste viertal en de dames van het tweede; naar elkaar toe en weder terug, rond in verschillende houdingen van verliefdheid, het oude eerste paar dat bovenaan stond steeds op de verkeerde plaats in de dansfiguur uitkomend, het paar dat nu bovenaan stond weder wegdansend zoodra ze bovenaan w

Bij het zien van een ouden heer met een wollen kalotje op, die achter zulk een hoogen lessenaar zat, dat als hij twee duim langer geweest was hij zijn hoofd had moèten stooten tegen de zoldering, riep Scrooge opgewonden uit: "Wel heb ik van m'n leven, 't is de ouwe Fezziwig! God zegen hem; het is de oude Fezziwig, die weer levend geworden is."

"Hilli-ho!" riep de oude Fezziwig, van zijn hooge kruk afwippend met merkwaardige vlugheid. "Vooruit met den boel, en hoopen ruimte moeten we hier hebben, hoor! Hilli-ho! Vooruit Ebenezer! Den boel aan kant zetten!" Er was niets dat ze niet hadden willen of kunnen opruimen, als de oude Fezziwig stond toe te kijken. Binnen een minuut was alles klaar.

Toen de klok elf uur sloeg, kwam er een einde aan dit huiselijk bal. Mijnheer en mevrouw Fezziwig namen hunne plaatsen in aan weerszijden van de deur, en gaven ieder persoonlijk de hand, als er een hij of zij voorbijging, en wenschten hen allen een vroolijke Kerstmis.

Wat haar aangaat, zij was waardig zijn partner te zijn in iederen zin van het woord. En als dat niet de hoogste lof is, doe gij mij dan een betere aan de hand en ik zal er die voor in de plaats stellen. Een waar licht glom er uit de kuiten van Fezziwig. In elk figuur van den dans schenen zij als volle manen. Ge kondt nooit vooruit zeggen wat er een volgend oogenblik van ze zou worden.

En nog wel eerste paar; met een flink beetje werk vóór hen; drie of vierentwintig paar partners; allen lieden waar nièt mee te spotten viel; lieden die er op stònden te dánsen en die niet wisten hoe ze lóópen moesten. Maar al waren er ook tweemaal zooveel geweest, ja viermaal zooveel, dan nòg zou de oude Fezziwig hun gestaan hebben, en mevrouw Fezziwig evenzeer.