Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Als jou Frederik den Franschman niet weêr krijgt, kan 't je den hals kosten." "God beware mij!" riep de molenaar, "met welke dwaasheden heb ik me, op mijn ouden dag, ingelaten! Mijnheer de baljuw, 'k ben immers onschuldig, en 'k heb immers het valies ook niet gehouden, en het paard staat in de schuur van den bakker Witt."
Zy verschynen vervolgens allen voor den Opzichter, die de geenen, wier manden niet vol genoeg zyn, doet zweepen, welke reden van verschooning zy ook mogen bybrengen. Dit gedaan zynde, worden de vruchten in de schuur gebragt, en de slaven keeren naar hunne woningen te rug.
De heer Noël, ontmoedigd en teleurgesteld, gaf het eindelijk op, en de ploegen worden in een schuur geborgen, waar ik ze zag staan, door de roest verteerd.
Van de nok der hooge schuur af tot op manshoogte boven den vloer hing het vol van als franje afbengelend gebladerte, frisch groen, verleppend groen, geel, vaal, fijnbruin; en de tabaksreuk maakte de lucht prikkelig. Ik kwam terug in Juli; toen was de "schuurtijd" begonnen.
De schuur werd van alle kanten doorsnuffeld: er was aldaar weinig gelegenheid om iemand te verbergen. De ronde hield ons dus niet lang bezig. Van daar gingen wij de woning binnen.
Een schaap stak zijn kop door een spleet in den muur en bleef Pallieter onnoozel bezien; waar het water wat klaarder was, dreef een trotsche zwaan, trouw gevolgd van een groen kwakend eendeken. Een knecht stond aan zijn knieën in 't water, paling te steken en achter de schuur en de vijver, blankte tusschen hooge zwarte boomen de witgekaleide hoeve.
Ah zoo, zei Belcolore, God helpe mij; ik zou het nooit geloofd hebben, maar geef hem mij maar. Mijnheer de priester, die den boog gespannen had, trok het koorkleed uit, gaf het haar en zij, na het te hebben onderzocht, zeide: Sere, laat ons in de schuur gaan, want daar komt nooit iemand.
Smul reed niet meer met de merrie naar den akker, het veulentje kwam niet meer buiten, Vaprijsken dorschte niet meer in de schuur, het Geluw Meuleken liet haar glinsterende emmers niet meer rinkelen. En iederen morgen en avond luidde op den verren kerktoren een doodspoos....
Van het gemeentehuis wandelde de stoet, steeds vergezeld door de straatjeugd, die met ijzeren volharding het "Bruid, Bruid, strooi wat uit" galmde, naar de kerk, waar het huwelijk ingezegend werd, en van daar naar de versierde schuur. Den geheelen dag heerschte er groote vreugde.
"Joa w' bezinne, merci bezinne," dankten zij. En in een druk, dicht donker troepje liepen zij haastig en verheugd weer naar het hek. "Bezinne," dacht Rozeke glimlachend; "'t es woar, 'k ben nou bezinne." Zij staarde even naar het wit, besneeuwde hof met de zwarte boom-geraamten en naar de hooge maan met de dikke, grauwe wolken erom, boven 't dak der schuur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek