United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Lees, en dan zult gy kunnen bezeffen, wat in myn hart, onder het lezen, is omgegaan! Ik heb het voor u gecopiëert, doch moet het te rug hebben, zonder dat gy er iets uittrekt. Hier op vertrouwende, geef ik u het Dierbaarste Vriendinnen! Ik begin dan aan een Verhaal, dat my onmooglyk is mondeling te doen; ik schryf dus.

Schryf my haast ook zulke goede tyding: met haast, de Brief moet weg. Zeer lieve Vriendin! Niet voor van daag kreeg ik de vryheid om te schryven; en myn kleine knol is evenwel al drie weken in de Waereld geweest: Nu, 't is goed, dat ik met een zoet praatje te leiden ben, anders, wel heden, me dunkt, ik had, voor den Negenden dag, wel kunnen schryven. Maar de slenter moet gevolgt!

Lotje durfde niet spreken, dan met de Kat, en Hartog hieldt een deftig, styf, peinsagtig air. Wy gingen vroeg naar bed, en nu schryf ik u deezen, om hem by de eerste occasie te verzenden. Nagt Liefde. Kom spoedig by Vriend Jan! Uit is de klugt! de myne de myne is zy, moet, zal zy zyn. ô! Dat lief Bekje! En hadt gy waarlyk zin om den Hortus Medicus te zien?

Evenwel staat het in den Bybel, dan spyt het my, Kind, dat ik het niet wist: want ik ben een dood vyand van spotten. Och Heer! ik dagt dat zy choqueerde op de Kapsels. Zo ik iets op u vermag, bederf uw schoon bruin hair niet ten plaisiere van eene ongevallige mode: anders moei ik my er niet mee. Nu, zoek er eens ter deeg naar, hoor? En schryf my of gy 't wel hebt.

Ja! Schryf dat op. Verbrugge schreef het op: zyn verklaring ligt voor my! 't Is wèl, zei Havelaar, nu weet ik genoeg. En Verbrugge kon gaan. Havelaar trad naar buiten en speelde met kleinen Max dien hy met byzondere innigheid kuste. Toen mevrouw Slotering vertrokken was, zond hy 't kind weg en riep Tine in zyn kamer. Lieve Tine, ik heb je een verzoek te doen!

Maar omdat ge het boek hebt gekocht of gehuurd in 't vertrouwen op den deftigen titel die wat degelyks belooft, erken ik uw aanspraken op wat goeds voor uw geld, en daarom schryf ikzelf nu eens weer een paar hoofdstukken. Ge zyt niet in den krans van de Rosemeyers, lezer, en dus gelukkiger dan ik die alles moet aanhooren.

Ik schryf dus nu 'n tijdje voort, voor m'n eigen liefhebbery. Juist, edele man, juist! De mens moet, om niet niets te zyn, iets wezen! En gyzelf? Dykgraaf, lid van ... Precies! Lid van ... een-en-ander. Baron van ... 'T EEN-OF-ANDER. Welnu, ik heb u de eene helft van m'n lezers ligt in zwym, 't is uw schuld, verheven wreedaard!

En nu, myne zeer statige, zeer hoogwaardige Vriendin, zult gy my vragen: "waarom, indien dit zo is, of ik dan uwen raad verzoek"? Dat zal ik u zeggen, Naatje. Ik schryf aan u, om myn hart te ontlasten; om u in staat te stellen van te kunnen oordelen over myn lastig lot, op dat gy, den stap dien ik ga doen, al niet goedkeurende, dien echter zoudt kunnen inschikken.

En hoe zal myn Nicht nu tot opspringens toe blyde zyn! Nu zal zy zeggen, straft onze lieve Heer myn Tante, die my zo kwalyk bejegent heeft. Zie, ik moest je dat zo allegaar eens schryven. Schryf een lettertje aan Vriendinne Hofland!