Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Sancho kwam bij hem, en beiden gingen een weinig bezijden af in een boschje. Hier vatte de ridder zijn schildknaap bij beide handen en sprak: "Waarde vriend Sancho, wij hebben, zooals gij weet, een verren tocht te doen en het is onzeker, hoe lang wij uitblijven zullen.
Daarna moesten ze nog 7 jaren als #schildknaap# in dienst van een' ridder vertoeven en ontvingen nu de laatste voorbereiding voor hun later leven. Ze moesten de paarden van hunnen heer verzorgen, zijne wapens poetsen en hem aan tafel bedienen. Voorts moesten ze zich oefenen in den wapenhandel en de onafscheidelijke metgezel zijn van hunnen heer in den strijd.
Onze gewezen schildknaap verwonderde zich over dit vreemde doen en wou op den nieuwen schotel een aanval wagen, toen de dokter achter hem zijn zwart stokje uitstak en op dien schotel tikte. Als een havik uit de wolken schoot nu een page toe, pakte den schotel evenals den eersten weg en was daarmee, voordat de onthutste stadhouder een, twee, drie kon tellen, de deur uit.
Toen trachtte de waard zijn geld los te krijgen van Sancho Panza, maar zonder succes, daar de schildknaap met dezelfde beweringen aankwam als zijn meester, waarop eenige gasten hem beetpakten en hem in een beddelaken jonasten.
Zij naderden den schildknaap, en de pastoor, uiterst verlangend, om iets van Don Quichot te vernemen, riep hem bij zijn naam en vroeg hem: "Vriend Sancho Panza, waar is uw heer?" De ondervraagde herkende de beide mannen op het eerste gezicht, doch nam zich voor, hun van het verblijf en de lotgevallen van zijn meester geen enkel woord te verklappen.
"Hoe is het, kinderen!" zeide hij: "kunt gij na zoovele jaren van vriendschap, elkander geen oogenblik rustig verdragen?" "Dat is het niet, heer Graaf!" zeide Reinout: "die Ridder van den Rooden Arend, die Gwy van Asperen zoo onzacht heeft neergesmeten en daarginds van zijn schildknaap een versche lans ontvangt, berijdt het paard, dat mij ontstolen is.
"'k Mag een boontje wezen, als ik dat niet hoop, edele heer," antwoordde de schildknaap, "Maar waarom zit gij toch zoo scheef in den zadel en hangt zoo op de eene zij van het paard? Hebt ge u misschien bij den val wat bezeerd?"
"Ei," antwoordde Sancho Panza, "in dit punt wil ik u dol gaarne gehoorzamen, gestrenge heer, daar ik van nature zoo vreedzaam als een pasgeboren lam ben. Wanneer mij echter iemand te lijf wil, tegen dien verweer ik mijne huid, om 't even of 't een ridder, een schildknaap of maar een uit het gemeene volk is." Terwijl Sancho nog sprak, zag Don Quichot twee Benedictijner monniken aankomen.
Don Quichot volgde met de oogen de aangewezen richting en was uitermate verheugd, toen hij de verklaring van zijn schildknaap door eigen aanschouwing bevestigd vond.
Sancho Panza boog zich, zonder antwoord te geven, en de hertogin gaf orders, dat de arme schildknaap als een prins verpleegd en verzorgd zou worden, daar men hem maar al te goed kon aanzien, hoe bitter hij door zijne kwelgeesten, den lijfarts en den hofmeester, geleden had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek