Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


Van de vermaarde Abdij der Benedictijner Cluny, voorheen een der aanmerkelijkste van Frankrijk, en niet verre van deze stad gelegen, zal ik u niets anders zeggen, dan dat hunne Boekerij, die aanzienelijk was, en waar onder werken van waarde, door de Protestanten in de 16de eeuw verbrand werd.

Vervolgens langs de stadswallen of muren, naar den kant van le Clain voortwandelende, heeft men het gezigt op aangename moestuinen, groene weilanden, een' watermolen, schilderachtig gelegen, een brug, le pont Joubert genaamd, de overblijfsels van een Benedictijner Klooster, dat een fraai gebouw schijnt geweest te zijn, en een fraaije steenen brug, die 'er nog nieuw uitziet, en welke men le Pont Neuf noemt.

Die mannen in het zwart zijn eerwaardige monniken van de Benedictijner orde en hebben zeker zoomin eene prinses als eenige andere edele dame geroofd. Hoed u, dat gij door uwe inbeelding niet allerleelijkst in de klem komt." "Sancho Panza, zwijg stil!" gebood Don Quichot op hoogen toon.

"Ei," antwoordde Sancho Panza, "in dit punt wil ik u dol gaarne gehoorzamen, gestrenge heer, daar ik van nature zoo vreedzaam als een pasgeboren lam ben. Wanneer mij echter iemand te lijf wil, tegen dien verweer ik mijne huid, om 't even of 't een ridder, een schildknaap of maar een uit het gemeene volk is." Terwijl Sancho nog sprak, zag Don Quichot twee Benedictijner monniken aankomen.

De zeehandel is afgenomen, schepen van dertig tonnen kunnen niet meer de rivier opvaren door de ondiepten. Twee Benedictijner monniken, die beroemd zijn geworden, werden te Quimperlé geboren, Gurheden, geschiedschrijver van het klooster Sainte-Croix in de 12de eeuw, en Dom Morice, schrijver van de Geschiedenis van Bretagne, uitgegeven in 1750.

De bernardijner-benedictijner nonnen van Martinus Verga hebben "de eeuwige aanbidding," evenals de benedictijner nonnen, die de vrouwen van het H. Sacrament worden genoemd, en in 't begin dezer eeuw te Parijs twee huizen hadden, een bij den tempel, een ander in de straat Neuve Saint-Geneviève.

Zij wordt gebruikt door Benedictijner nonnen, en werd gansch geschilderd door L. BERT-DE L'ARBRE, den geachten voorzitter van het Davids-Fonds aldaar. Boven het altaar bewondert men de vereering der H. Maagd; elders het leven van den insteller der Benedictijnen of, zinnebeeldig, de alledaagsche bezigheden der nonnen: het gebed, het onderwijs en de arbeid.

De zeehandel is afgenomen, schepen van dertig tonnen kunnen niet meer de rivier opvaren door de ondiepten. Twee Benedictijner monniken, die beroemd zijn geworden, werden te Quimperlé geboren, Gurheden, geschiedschrijver van het klooster Sainte-Croix in de 12de eeuw, en Dom Morice, schrijver van de Geschiedenis van Bretagne, uitgegeven in 1750.

Sedert de 9de eeuw bestond hier een voorname Abdij van Benedictijner Monniken, tot dat de Kardinaal de la Rochefoucauld, die 'er Abt van was, dezelve deed seculariseeren, en 'er een Kanonniken Kapittel van maakte. Dit plaatsje schijnt nog al eenigen handel te drijven.

Den 21 dezer vertrokken wij 's morgens om 3 uren van hier, latende 'er onzen onvriendelijken schipper. Na een paar kleine plaatsjes voorbij gevaren te hebben, kwamen wij omstreeks zeven uren te Marmande, een stadje van omtrent 5800 inwoners, aan den regter oever gelegen; het is nog al handeldrijvende. Eenigen van ons stapten hier aan wal, om levensmiddelen te koopen. Verder op voeren wij door een enge vaart, veroorzaakt door een eiland in de rivier gelegen, en aangenaam met wilgen beplant. Eer men aan la Réole komt, begint het Departement de la Gironde. Dit laatstgenoemde stadje is aan den regter oever, gelegen, en doet zich aangenaam op. In de religie-oorlogen versterkten de Protestanten zich in deze plaats. Aan den kant van de rivier ziet men een groot aanzienlijk gebouw, voor de omwenteling een Benedictijner Abdij, thans het verblijf van de Sousprefecture, Op een' kleinen afstand, ter zijde van hetzelve, staan twee oude torens; men wist 'er mij den oorsprong niet van te zeggen. Even onder la Réole, wordt de Garonne sterker, door twee kleine riviertjes, die 'er in uitloopen. Te St. Macaire, een steedje, dat insgelijks aan den regter oever een paar uren verder gelegen is, ziet men ook een Karmeliten Klooster; en niet ver van daar de overblijfsels van een oud kasteel. Een weinig verder aan de linker oever ligt het steedje Langon, wiens witte wijn eenigen roem heeft. Hier begint de eb en vloed, en daar wij het vallend water moesten afwachten, gingen wij intusschen aan wal, om het avondmaal te nemen. Het was omtrent half zes uren; wij liepen dan, terwijl het dag was het plaatsje nog eens rond, doch zagen 'er niets bijzonders. Op het uithangbord van onze herberg stond

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek