Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


»Het recht dat ieder man heeft," antwoordde Sandgoïst, »om te spreken, wanneer hij verkiest en zooals hem behaagt, als hij zich in zijn eigen huis bevindt!" »In zijn eigen huis, ellendeling!" Joël, diep verontwaardigd, trad driftig op Sandgoïst toe, die, hoewel niet licht bevreesd te maken, toch uit den leuningstoel opgesprongen was en daarachter een schuilplaats gezocht had.

Zij bleven staan en luisterden. Juist sprak vrouw Hansen, maar met eene smeekende stem. »Kom, laat ons naar binnen gaan," zei Joël. En beiden, Hulda het hart vol weemoed, Joël bevende van ongeduld maar ook van toorn, traden de groote zaal binnen en sloten de deur zorgvuldig achter zich. Sandgoïst zat in den grooten leuningstoel. Hij stond niet op, toen hij broeder en zuster bemerkte.

»Men heeft u reeds gezegd," antwoordde Joël, »dat Hulda aanbiedingen van de hand gewezen heeft, die alles te boven gaan, wat gij zoudt kunnen geven." »Zoo, waarlijk!" riep Sandgoïst uit. »Aanbiedingen, die te boven gaan, wat ik zou kunnen geven! Ei! Ei! Wat weet gij daarvan, mijn jonge vriend?" »En al biedt ge ook schatten, mijne zuster weigert ze; en...." »En, wat?...."

Sandgoïst wierp hem een vertoornden blik toe en zonder op te staan, antwoordde hij met harde en boosaardig klinkende stem: »Dat zal ik u mededeelen, jongmensch! Inderdaad, gij komt als geroepen. Ik was verlangend u te zien, en als uwe zuster een verstandig meisje is, zullen wij elkander wel verstaan en begrijpen. Maar komaan, ga zitten en gij ook, jonge dochter."

Terwijl men voorbij een huis kwam, laag van verdieping en van een weinig aanlokkelijk voorkomen, dat zeer afstak bij de naburige, vroolijke woningen, die volgens 's lands gebruik met levendige kleuren geverfd waren, riep Joël Hansen op eens, met een uitdrukking van afschuw op het gelaat: »Sandgoïst!" »Waar?" vroeg professor Sylvius Hog.

Over vier dagen zou de trekking plaats hebben van de loterij, die ten voordeele van de scholen te Christiania op touw gezet was. Het zal wel niet behoeven vermeld te worden, dat de handelsspeculatie, door Sandgoïst ondernomen, ter kennisse van het publiek gebracht was.

Zij richtte zich evenwel dadelijk op en scheen door hunne komst zeer gedwarsboomd te zijn. »En dat is zeker haar broeder?" ging Sandgoïst voort. »Ja, ik ben haar broeder," zei Joël kortaf. »Wat moet gij hier?" vroeg hij barsch, tot op twee passen van den leuningstoel genaderd.

»De reactie is dan ook reeds ingetreden. Na de opgewondenheid der eerste dagen is de geestdrift werkelijk bekoeld. En die Sandgoïst, die dat briefje slechts afgedwongen heeft, om er de aandacht op gevestigd te houden." »Dat is zoo, mijnheer Benett!" »Maar, als die woekeraar nu eens het groote lot won! Alles is mogelijk, niet waar? Dat zou een schandaal zijn."

»Daar!... daar, mijnheer Sylvius!" zei Joël, terwijl hij den schurk met den vinger aanwees. »Zoo, zoo!" zei de professor. »Is dat die mijnheer Sandgoïst?" »Ja, mijnheer Sylvius." »Drommels, die kerel heeft volstrekt geen aantrekkelijk gezicht. Wat denkt mijne kleine Hulda er van?" Het jonge meisje antwoordde niet, maar draaide den kerel met eene beweging van afschuw den rug toe.

Op een wenk van hare moeder bleef zij evenwel. Eene beweging van wrevelige teleurstelling was aan vrouw Hansen ontsnapt, terwijl de rimpels op het voorhoofd van Sandgoïst duidelijk toonden, dat het in zijn binnenste begon te koken. »Ja, blijf, Hulda," zei hij. »Dat is uw laatste woord niet, hoop ik. En als ik verder aandring, dan geschiedt dat.... omdat ik het recht meen te hebben dat te doen...."

Woord Van De Dag

brille

Anderen Op Zoek