Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Ik spring recht en wil tegenstand bieden; maar de wreede Saloc heeft mij bij den schouder, en ik voel wel hoe de minste neep zijner vingeren mij vleesch en beenderen plettert.... Eilaas, alles is nutteloos: ik moet het aanvaarden, mijn gruwelijk lot! "Ha, ha, de groote Mikias zelf zendt ons dit geschenk toe! De kerel is niet mager," juichte de Saloc.

"Voor mij de wangen! Ik wil de handen! Ik de voeten! Ik den borstlap!" klonk het van alle kanten. Maar de Saloc hief zijne knots boven den hoop schreeuwers, en deze bedreiging deed hen zwijgend terugdeinzen. Ondertusschen betastte de offeraar den armen Jacobus, evenals de beenhouwers doen bij het koopen van een beest, en hij bleef eene lange wijl zonder spreken.

Een groot mes!.... De Saloc grijpt mij bij het haar en rukt mijn hoofd achterover: hij gaat mij de keel afsnijden. Ramp, ramp, het is gedaan met mij: ik voel het ijskoude staal in mijn vleesch dringen.... maar nu breekt mijne stem los en ik schreeuw met reuzenkracht: "Hulp, hulp! moord, moord!" Eene bekende, eene beminde stem roept aan mijn oor: "Jan, Jan, wat hebt gij?

Deze lieden of, om beter te zeggen, deze duivels hebben eene wonderbare zalf; zij stelpt niet alleen het bloed, maar doet u tevens als een gevoel van welzijn en genot door de aderen vloeien.... Ik lag daar, op die tafel; de groote Saloc, dit is de vader, sneed mij de beide beenen af en reikte ze zijn hongerig huisgezin toe.

De Saloc, terwijl hij met welgevallen in de gezwollene wangen van het slachtoffer putjes duwde, zeide tot den grijsaard: "Malsch en vast als caoutchouc. Wat dunkt u van onzen Ortolaan?" "Waarlijk een echt koningsbeestje," mompelde de offeraar met bewondering. "Indien er wat van overblijft, zou ik u aanraden mij een ribbenstuk geschenk te doen." "Ik bespreek het hart en de lever!" riep Norica.

Ik zag met verwondering, dat Jacobus begon te weenen. "Hou u stil, onnoozele schreeuwbek!" snauwde de Saloc hem toe. "Wat geeft het u, of gij heden of binnen twee weken door onze keel naar de andere wereld gaat?" "O, laat mij een enkel woordje spreken!" smeekte Jacobus. "Wat zoudt gij weten in te brengen? Het zijn uwe zaken niet. Spreek evenwel."

De eerste, die eene zware knots in de hand hield, moest de Saloc of vader zijn, want hij riep gebiedend uit: "Stil in het nest, onverzadelijk gebroed! Houdt uwe tanden gesloten, of ik streel uwen rug met mijne knots!" Allen zwegen.

"Ik geloof het insgelijks," mompelde de Saloc. "Welaan, ik trek mijn voorstel in," zeide de offeraar. "Laat ons eten." "Eten, eten, eten; nog eten, altoos eten!" klonk het tegen de gewelven, terwijl de kinderen en vrouwen, door huppelen en zegevierend handgeklap, hunne blijdschap betuigden.

"Nu, waaraan denkt gij zoo diep?" vroeg hem de Saloc. "Ik denk, ik denk," was het antwoord, "dat wij zulk uitstekend offer ter eere van den grooten Mikias zouden moeten bewaren. Uw huisgeest kan dit niet kwalijk nemen, integendeel. Binnen een paar weken treedt de zon in het teeken van den Leeuw; dan vieren wij het huldefeest van den grooten Mikias...." "Wat bewaren?

In den dood lacht mij de verlossing toe.... Maar wat hoor ik? Is het niet de stem van Norica? Luister, zij zingt het eeuwige, het eenige lied dat men hier kent: /* Eten, eten, eten. Nog eten, altoos eten! */ Ik was rechtgesprongen en vroeg, bleek van angst: "Norica, zegt gij. Wie is dat?" "De oudste dochter van den Saloc. Dat meisje heeft eenen mond.... en tanden!

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek