Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Er zijn ook duidelijke bewijzen, dat de schrijver van de Poema, de Chanson de Roland had gelezen of ervan had gehoord.
Op den burcht Niedeck bij Haslach nam hij eerst zijn intrek en vervolgens bij Attich, hertog in den Elzas. Steeds verder trok Roland, en toen hij op een avond de helling van het Vogezenwoud afreed, begroette hem uit de verte het glinsterende water van den Rijn. Breed wierpen de ontboeide golven zich links en rechts over de bedding van den stroom, de vlakte meedoogenloos bespoelend.
Maar in haar overmoed weigerde zij deze eenvoudige hulde, en zij eischte van hem de hoofden van drie der dapperste ridders der Christenheid: Rinaldo, Roland en Olivier! Calaynos kuste haar tot afscheid en begaf zich oogenblikkelijk op weg naar Parijs. Daar aangekomen ontplooide hij de Moorsche banier voor de St.
Intusschen bleef de valbijl haar werk verrichten; den 11en November viel het hoofd van den edelen Bailly; den 15en ontving de Conventie van Fouché en Collot d'Herbois uit Lyon een brief, waarin zij pochten op de door hen gehouden strafoefeningen en een uit Rouen, meldende, dat de oud-minister Roland zelfmoord had gepleegd.
"Vooreerst moet ik, daar ik nog niet weet, of ik in mijne dolheid Amadis van Gallië of den razenden ridder Roland wil navolgen, mijne kleeren verscheuren, mijne wapens te grabbel gooien, met mijn hoofd tegen de rots aanrennen en nog meer dergelijke dingen uitvoeren, zoodat ge verbluft staat van wat ge ziet."
Maar Roland, de oom van den jeugdigen ridder, was in de nabijheid; hij zwaaide zijn geweldig zwaard en riep Calaynos toe, dat hij zich moest wapenen voor een nieuwen strijd. »Wie zijt gij?« vroeg Calaynos. »Gij draagt een kroontje op Uw helm, maar ik ken U niet.« »Zwijg, ellendige Moor!« antwoordde Roland. »Uw laatste uur is geslagen«; en dit zeggende, reed hij in vollen draf op zijn vijand toe.
De trotsche heiden viel ter aarde, en Roland sprong van zijn paard, en boog zich met getrokken zwaard over hem heen. »Hoe heet gij, heiden?« vroeg hij, »spreek of sterf.« »Heer,« antwoordde Calaynos, »ik dien een trotsche Spaansche jonkvrouw, die geen ander geschenk van mij wilde ontvangen dan de hoofden van de drie edelste paladijnen van Karel den Groote.«
Als de dag komt en zij ziet wat zij gedaan heeft, dan zijn wij verloren.« »Maar ik raad je,« zei Roland, »dat je eerst den tooverstaf wegneemt, anders kunnen wij ons niet redden als zij ons nazet en achterhalen wil.« Het meisje haalde den tooverstaf, en toen nam zij het afgeslagen hoofd en druppelde drie bloeddruppels op den grond, een voor het bed, een in de keuken en een op de trap.
Met een schertsend woord sneed hij het gesprek der verlegen jongelieden af en geleidde den gast door de hooge vertrekken van het slot. Roland bleef langer op de gastvrije Drachenburg, dan hij ooit op eenig ander slot vertoefd had. Met sterke banden werd hij op den verrukkelijken burcht gehouden.
Er woonde een jong meisje in Parijs, lieftallig als een engel, schrander en hoog van gemoed, de trots harer ouders; zij zwoer in zichzelve als Julie de deugd lief te hebben, maar ook de liefde; kuisch te leven, een ster voor wien zij liefhad, met haar fonkeling hem op te heffen, te bezielen tot heldhaftige deugd. Haar naam was Manon Phlipon: als Mme Roland kent haar de geschiedenis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek