United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen wij den volgenden morgen de Spaansche kust bereikten, zetten zij ons in hun sloep, met twee kruiken water en een kleine hoeveelheid beschuiten, en de kapitein gaf in een opwelling van medelijden de bekoorlijke Zoraida bij het afscheid ongeveer veertig gouden kronen. Wij roeiden in de morgenschemering verder, en kwamen eenige uren later aan land.

Het leek wel wat op een zeerooversgeschiedenis, die inspanning, om het verre schip te naderen, en het werd een spannende historie. Een noodlottig toeval deed den wind al meer zakken; wij roeiden uit alle macht, maar kwamen maar langzaam vooruit. Toen begonnen we te hopen op de landbries, die daar nog al sterk was en wachtten met angstig verlangen op den zonsondergang.

Zij hadden nog voorraad voor een dag en er deed zich geen enkel teeken voor dat het weder slecht zou worden! »Pagaaien maar!" zeide Kin-Fo. Dat was het signaal om de reis te vervolgen, en nu eens op den rug, dan weder op den buik, roeiden de scaphanders in de richting van het westen voort. Men vorderde niet hard. Door dat pagaaien werden de armen, die het niet gewoon waren, spoedig vermoeid.

"De topzeilen reven! Toe dan, jongen!" "Ja, ja, kapitein." "Het roer tegen den wind! Naar bakboord! Houdt je je goed, mannen! Voorwaarts." "Het gaat voorwaarts, kapitein." Het vlot dreef een weinig naar den kant af, de knapen roeiden weder naar het midden en legden toen de riemen neder. Het water was laag en de stroom dus niet sterk.

De eerste officier knipoogde, alsof hij daarmede zeggen wilde: »Dat loopt te hard van stal, dat kan nooit duren." Hoe het zij, wij roeiden met de giek weg, naar den wal toe. Daar de stroom de haven uitliep, passeerden wij rakelings de ton van de Boyne. »O, hoe goed herinner ik mij dat oude schip! Ik was er adelborst op, toen het in de lucht vloog.

Aller harten klopten hoorbaar, terwijl de vletten naar het projectiel roeiden. Wat zou het bevatten? Levenden of dooden? Levenden, ja! Levenden, indien namelijk Barbicane en de anderen niet waren omgekomen nadat zij die vlag hadden geplant! De diepste stilte heerschte in de sloepen. Alle inzittenden hielden den adem in. Hun vochtige oogen zagen niets meer. Een der venstertjes was open.

»Ik vertrouw de Sibaoe's niet," zei Kees kortaf, en ging de mannen tegemoet, die Petinggi Datoek voor hem had aangewezen. Het kleine gezelschap vertrok terstond. De pangkalan van Seboedoet was spoedig bereikt. Hier lagen verscheidene goede booten vastgemeerd en de Dajaks hadden er weldra twee uitstekende djaloers uitgezocht. Met forsche slagen roeiden ze de Soengei Pejang op.

Daar aangekomen brachten zij de boot over den dijk het IJ in, roeiden Oostwaarts en bereikten den mond der Zaan en daarmede de plaats, waar eenmaal de hoeve van Martens ouders had gestaan. 't Stemde den knaap droevig, dien hem welbekenden grond opnieuw te betreden, en hij dacht aan de gelukkige jaren, die hij daar in den schoot zijner familie had doorgebracht.

Toen klonk een verward geschreeuw en gejoel. De Boekaniers grepen allen naar de wapenen, vlogen de booten in en roeiden naar boord van hun schepen, die binnen weinige oogenblikken strijdvaardig waren. Een groot aantal bejaarde mannen stroomden intusschen haastig naar den smallen ingang van de baai, om met een ijzeren boom den doortocht te versperren.

Manniche, onze ornitholoog en beste schutter, had een mooie gelegenheid, zijn bekwaamheid aan den dag te leggen en schoot verscheiden vogels, die naar ons lagen te kijken met groote, verwonderde oogen, want het was stellig hun eerste ontmoeting met den heer der schepping en zijn vuurwapens. Mylius Erichsen en enkele anderen namen een walvischboot en roeiden naar Koldewey-eiland.