United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


De lont kon niet langer dan anderhalve minuut doorbranden; ik had derhalve geen oogenblik te verliezen. Zoodra zij aan was, legde ik haar doodbedaard neder en sprong de giek in met eene vlugheid, die bij de gelegenheid paste. Dadelijk staken wij daarmede af; ik roeide mede, en nooit van mijn leven met een ijver als toen. Nog geen twee honderd el waren wij ver, toen de ontploffing plaats vond.

Integendeel, hij meende alle redenen te hebben om te gelooven, dat hij zich nu juist op dezelfde hoogte bevond en dat derhalve het gevaar groot was, van plotseling op een dier sloepen te stooten. Dus was ieder gevaar nog lang niet voorbij. Het bleek integendeel al heel spoedig, dat de giek nog nimmer in grooter gevaar verkeerd had dan thans.

Mars had zijn pagaai gegrepen en poogde nu de giek in de gewilde richting te houden. Eensklaps greep Gilbert Burbank hem bij den schouder en noodzaakte hem het pagaaien te staken. Hij had in een der nevelbanken, die nog over de rivier zweefden, een vaartuig ontwaard, dat met snelheid voortgeroeid werd en denzelfden koers volgde als de giek.

Daar evenwel de eb steeds flink doorstond, was Gilbert Burbank er zeker van, dat de giek, door den stroom medegevoerd, de ankerplaats der kanonneerbooten onder de bevelen van den kommandant Stevens al meer en meer naderde.

»Ja, hier zijn wij!" antwoordde de jeugdige marine-officier op dien kreet. »Ja, hier zijn wij!" herhaalde Mars even uitdagend. »Revolver en sabel in de hand, Mars!" »En er op in, ja master Gib!" Maar.... twee tegen dertig! Was die strijd mogelijk? In een ondeelbaar oogenblik hadden drie of vier sloepen de giek aan boord geklampt. Eenige schoten knalden.

Mijne benoeming werd toen voorgelezen, met alle hoeden af tot eerbewijs aan den Vorst, in wiens naam het geschiedde. Toen ik hiermede volkomen geïnstalleerd werd, was ik de tweede luitenant van het vaartuig, en de commandant, die zich niet verwaardigde mij een woord toe te spreken of met een blik te vereeren, beval zijne giek klaar te maken, om naar den wal te gaan.

De tranen kwamen mij in de oogen, van blijdschap omdat ik mij weder onder de bescherming van onze geliefde vlag bevond. Het fregat loefde op, aan den wind; spoedig daarop werd de giek gestreken en gezonden om mij af te halen; een schoon wit dekkleed was achterin gespreid; de roeiers waren gekleed in een net wit kostuum, met stroohoeden op en zeildoeksche schoenen aan.

Recht vooruit!" vergenoegde zich de jeugdige zeeofficier te zeggen. En de giek bleef den stroomdraad op een kwartmijl van den linkeroever der rivier volgen. In de haven van Jacksonville was het noch somber noch stil. Integendeel; talrijke lichten bewogen zich op de kaden of schitterden in de vaartuigen, terwijl zij op de oppervlakte van het water weerkaatsten.

Dat licht was niet ongelijk aan het schijnsel, hetwelk men bespeurt, wanneer eene lamp in eene hoornen lantaarn brandt. Men zag niets meer, zelfs niet binnen een kring van slechts weinige meters straal. Wanneer de giek gelukkig genoeg was niet tegen de sloep, die zich meer in het midden der rivier bevond, aan te varen, dan bestonden er zeker kansen, dat zij ongemerkt zou doorsluipen.

En de giek met vaste hand een halve wending latende maken, voerde hij haar snel naar den kant van den rechteroever, dien hij bereikte, toen zijn vaartuigje nog slechts op een afstand van drie honderd meters van de afsluitingslijn gekomen was.