Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Geurt had het snijdend geluid zeer wel gehoord, en 't was hem door de ziel gegaan. Reeds verscheidene malen had hij zich tot nabij Ritters woning begeven, doch telkens ook was hij teruggekeerd, dewijl de moed hem ontbrak om den man onder de oogen te treden.

Heeft Toon z'n woord gebroken!" klinkt eindelijk Ritters hokkende stem; "heeft hij jou uit het oog verloren en zich ten tweeden male den eeuwigen toorn op den hals gehaald? Zeg, brave ouwe stumper! moest je die goeje oogen dicht doen, zonder Toon naast je te zien? Zeg, kun je ze dan nog niet eenmaal opslaan dat ik ze toedruk? Zeg, zou er dan nog geen greintje leven in je zijn?

Geurt ontstelde hevig toen hij Ritters vriend zoo onverwacht zag vallen, zelfs aan de mogelijkheid had hij niet gedacht. Wat te doen! De schipper aan het roer riep luide: "Geef 'm wat lange haver! Ransel z'n luie bast!" Z'n luie bast! Arme Hans! je verstaat het niet, gelukkig voor jou! je zoudt weemoedig zijn geworden en misschien met wrok den laatsten stond zijn tegemoet gegaan.

De oude jager, die sedert zijne verschijning aan het genoemde veer, of vaarstation, zich over het algemeen geen vrienden gemaakt had, en wiens paard, waaraan hij zoo bijzonder gehecht was, onder den naam van "Ritters Hans" bekend stond, had reeds lang geleden Grietjes liefde gewonnen, door haar, op zekeren dag toen zij van een boodschap naar stad met doorgeloopen voeten huiswaarts keerde, op zijn paard te beuren, en haar zoo den moeitevollen tocht te verkorten.

Dat Geurt in het bezit van Ritters paard mede naar de jaagvrachten dong, betwistte men hem niet, en, in stede dat Hans vreedzaam den oever begraasde, maakte hij reeds sedert eenige dagen bittere toeren, die hem te zwaarder vielen aangezien zijn langdurige rust hem de leden verstijfd had.

Ja, 't was Ritters Hans die reeds een klein halfuur "in 't haam had gehangen" om de tjalk te vervoeren, maar nóg eens: Geurt zag den smeekenden blik niet die de arme, waarop hij gezeten was, gedurig ter zijde wierp. Hij dacht aan Grietje, en verheugde zich dat hij haar wat suiker en vleesch zou kunnen bezorgen, maar voelde het niet, hoe Hans gedurig in de knieën knikte.

De duisternis belet ons Ritters bewegingen gade te slaan. Wij hooren hem nogmaals het meisje bij haar naam roepen; vernemen zoo wij ons niet bedriegen een klagend gesteen; hooren het water plassen, borrelen en tegen den oever kletsen, terwijl het lies, opnieuw bewogen, een treurig en zuchtend geluid schijnt te geven.

Naarmate de tijd al meer en meer verliep, klom Ritters bezorgdheid. Zoo hard hij zulks vermocht riep hij het dier eenige malen bij zijn naam, en eenige malen ook den naam van hem, aan wiens zorg hij zijn vriend veilig had toevertrouwd. Geen antwoord, geen geluid zelfs dan het gegons der muggen.

Menige pijnlijke kreet ontvlood er aan Ritters lippen, eer hij met de zwakke hulp van den jongeling, het bootje bereikte, en daarin half liggende gezeten was. De hoop om Hans nog levend te vinden steunde echter zijne krachten, en gedurig moest Geurt, die maar slap de riemen bewoog, van Ritter de aansporing vernemen: "Maak toch wat haast, eer het te laat is!"

Maar Geurt kan niet spreken; en de hand voor de oogen drukkende, komt hij den spreker een schrede naderbij, maar berst te gelijk in tranen uit. Eene rilling doorloopt Ritters leden. Zich geheel voorover buigende, grijpt hij Geurt bij zijn buis; trekt hem geheel tot zich, en zegt met een gesmoorde stem: "Zeg zeg ellendige! heb je mijn Hans vermoord?" Dat was te veel!

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek