Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Hij staat daar met ongedekten hoofde, wat de bijgeloovige inboorlingen met vreeze heeft bezield, omdat zij meenen dat, zoolang Rhodes zonder hoofddeksel daar stond, Allah het niet zou laten regenen. Wij hadden om twaalf uur van deze heete, stoffige stad genoeg gezien om ons plan op te geven hier op den terugweg eenige dagen over te blijven.

De eene verhevenheid is de Pottelsberg, de andere de berg van Rhodes. De afstand van Ronse bedraagt 8 kilometers. Nochtans zal de weg ons niet lang schijnen, omdat de streek overal zoo schoon, zoo schilderachtig is. Nauwelijks zijn wij buiten Ronse aan de Linde eene gekende herberg of de Muziekberg rijst weer vóor onze oogen. Aan dezen kant is zijne helling zeer steil.

Hij zeide deze laatste woorden met een zeker gewicht, dat een glimlach bracht op het gelaat van Frits Jansen en dezen deed zeggen: »Kaffertje, wie heeft dit land genoemd land van bedrog?" »Mijn ouwe baas," antwoordde de Zoeloe. »Ik dacht het wel, dat in jouw dikken kop dat idee niet was opgekomen, maar ga voort!" »Ze spraken over Johannesburg," vertelde de Kaffer, »en over Rhodes."

Na die woorden riep hij de hulp in van eenige edele jongelieden, die zijn vrienden waren en na in het geheim een schip te hebben uitgerust met al wat noodig was voor een zeegevecht, stak hij in zee, in afwachting van het vaartuig, waarop Ephigenia naar haar echtgenoot op Rhodes zou worden vervoerd.

Toch gaf hij de hoop op die verbroedering, dien schoonen en heerlijken droom, nog niet op, en al was Cecil Rhodes voor zijn oog van zijn glanzend voetstuk gevallen, het woord door hem tot Frits Jansen in de »Groote Schuur" bij Kaapstad gesproken, behield toch zijn waarde. Gelukkig was Frits Jansen niet. De teleurstelling, die Rhodesia bracht, was nog het ergste niet.

Hij zaaide wantrouwen, achterdocht en bitterheid, en de Afrikaanders raakten verdeeld in twee vijandelijke kampen, waarvan het ééne den rijkbegaafden, eerzuchtigen Cecil Rhodes, en het andere den niet minder begaafden, stroeven Paul Kruger als staatkundig hoofd erkende. Als een trouwe schildwacht stond Paul Kruger op zijn post, en hij was één der weinigen, die Rhodes' spel doorzagen.

Aan den muur hing een groot portret van Cecil Rhodes. Hij nam het portret en scheurde het in flarden. Toen ging hij de gang door naar de huiskamer. Er brandde een klein licht. Alles was stil. Hij begaf zich naar boven, naar de slaapkamer. Voorzichtig trad hij binnen, om den kleinen Albert niet te wekken. Lena stond bij het kleine ledikant, met den rug naar de deur gekeerd.

Met die betooverende hartelijkheid, die hij ten toon kon spreiden, had Cecil Rhodes de jonge Boeren ontvangen, had hun zijn kostbaar Zuid-Afrikaansch Museum laten zien, en bij het vertrek had hij Frits vertrouwelijk op den schouder geklopt en tot hem gezegd: »Niet waar, neef? Wij blanken hebben wel iets beters te doen dan ons onderling te verteeren in een onvruchtbare rassenstrijd?"

Vol verbazing en ingehouden bewondering hebben Rhodes' ruiters dien sprong op leven en dood gezien, maar Jack Williams brult: »Vooruit! Er over!" waarop luitenant Harreson, die niet van zins is, om zijn ruiters voor een deserteur den nek te laten breken, droogjes antwoordt: »Doe jij 't hun voor!" Jack meet met zijn oogen de wijdte der kloof, doch ze is hem blijkbaar te groot.

Ephigenia ging in zee, nadat haar vader aan de vrienden van haar man alle eer had bewezen en men begaf zich op weg en richtte den steven naar Rhodes. Cimon, die niet sliep, volgde het den dag daarna met zijn schip en riep met kracht op den voorsteven van zijn schip tot hen, die op Ephigenia's vaartuig waren: Maak halt, doe de zeilen dalen of reken er op overwonnen te worden en in zee geworpen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek