United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geen oogenblik bedacht Siddha zich langer, maar in bijkans ademlooze vaart snelde hij naar het kwartier waar zijne met hem teruggebleven manschappen gelegerd waren, droeg daar het bevel aan een zijner officieren over, haastte zich naar zijne woning en gelastte Vatsa, terstond den vos te zadelen, dien vos van Feizi, dien hij na zijne ontdekking omtrent den waren naam van Rezia evenmin had durven berijden als terugzenden, maar die nu in het belang van Keizer en rijk zijne diensten zou doen.

Als zijn blik soms weer afdwaalde en rondzwierf langs de paleizen en tuinen aan de boorden van den stroom, dan doemde ook weer een ander beeld in zijn herinnering op,... de bevallige houding, de sierlijke gestalte, de blauwe oogen, de bekoorlijke stem van Rezia, de Armenische. Wat die vrouw hem dan aanging? Zeker niets; maar wat kwaad ook van den anderen kant, zoo hij ze lief en innemend vond?

Rezia! riep hij eensklaps uit, terwijl hij niet alleen de aangeboden hand vatte, maar hartstogtelijker dan ooit de vrouw, die hem beheerschte en hem alles deed vergeten, in zijn armen sloot, Rezia! zonder u geen leven meer, geen bestaan, en met u geen misdaad en geene schande!...

Was Rezia zelve hem wezenlijk getrouw of behandelde zij hem niet anders dan den echtgenoot, die toch zooveel meer dan hij hare liefde verdiende? Of Selim werkelijk enkel om staatkundige redenen haar bijwijlen opzocht, dan of ook andere hem naar Feizi's vrouwenvertrekken voerden? En dan die zamenzwering waarin hij, Siddha, hoe langs hoe meer gewikkeld werd!

En waarom, edele Rezia! zou dat niet mogen zijn? vroeg Siddha; niets, dunkt mij, behoeft u en mij daarin te verhinderen, en mogelijk zou ik u soms nog 't een en ander kunnen meedeelen van het land waar tegenwoordig uwe vriendin vertoeft, dat misschien in staat ware uwe belangstelling op te wekken. Welnu! antwoordde Rezia, niet geheel wil ik uw vriendelijk aanbod afslaan.

Al wat ik heb en ooit nog verwerven mogt, rijkdom, aanzien, rang, behoort u alleen, en de magt die gij over mij bezit kunt gij gebruiken en misbruiken naar welgevallen. Maar wees de mijne, Rezia! de mijne zoolang ons te leven rest!

Dat het beeld van Iravati daarbij meer en meer op den achtergrond geraakte, was zeker niet vreemd, en evenmin dat Rezia voor hem al spoedig iets meer dan eene aangename en onderhoudende kennis werd, terwijl zijzelve ook gansch niet ongevoelig voor de onverholen hulde van den jongen edelman scheen.

Toen vatte hij eensklaps hare beide handen, en trok haar tot zich met thans bijkans onweerstaanbare kracht. Rezia! sprak hij, Rezia! wees mij Kalidasa's bruid!... Voor nu en voor altijd mijn! En zacht fluisterde zij Siddha's naam, en hare armen om zijn hals slaande, zonk zij magteloos aan zijne borst....

Tegen hem en de zijnen, wie ook, als tegen alle anderen! was het overmoedig antwoord; ook tegen hemzelf zullen wij Kaçmir weten vrij te vechten, al ware 't alleen om het tot een wijkplaats te behouden voor u en voor mij. Toch mag ik u niet blijven aanhooren, hernam Rezia; in waarheid, het is mij leed dat gij tot mij gesproken hebt als dezen avond. Gij hadt mij en uzelf dit alles moeten sparen.

Hoe anders inderdaad dan den dag toen Koelloeka hem moedig en luchthartig voorwaarts zag springen met zijn hengst, als dacht hij de wereld te gaan veroveren, en vrolijk hem den geliefden naam zijner toekomstige bruid hoorde uitroepen! Hoe anders nu dan toen een enkele kus van Iravati hem de zaligheid scheen, en hij nog niet geleerd had te smachten naar de hartstogtelijke omarmingen eener Rezia!