Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Keizer Karel stond bij zijn zoon, en Reinout en Adelaert liepen door de menigte, tot ze bij hen waren. Zij groetten den keizer, doch Reinout greep koning Lodewijk bij het hoofd, en hij sloeg het af, om het tegen den muur te werpen. Het spatte bloed, dat tegen 's konings gelaat aansloeg, druppelen bloed.

Deze pelgrim verhaalde aan Barbanera, eens dat zij samen spijsden, door twee Ridders uit Holland, Reinout en Deodaat van Verona, belast te zijn met het opsporen hunner familie en toonde hem een brief, die daartoe strekken moest.

Nog eenmaal kwam Beyaert boven, en den kop hief hij hoog, en boog tot zijn heer, als ware hij een mensch, die had geschreid om zijn lieven vriend. Ten laatste zonk hij, en hij verdronk. En Reinout weende, en hij trok naar het woeste woud, en hij werd een pelgrim. Ferguut, Ridderroman uit den Fabelkring van de Ronde Tafel Personen voorkomende in de Ferguut. Koning Arthur. Perchevael.

Reinout bedekte zich het gelaat met de beide handen: en toen, een vervaarlijken sprong nemende, verdween hij in het kreupelhout. Bijna in hetzelfde oogenblik kwam Adeelen te voorschijn, van eenige Edelen gevolgd. "Voor den duivel!" zeide hij: "wat heeft dat te beteekenen? Een vreemdeling in de armen van Madzy!"

"Maar nu!" zeide Reinout: "verlos mij van mijn onzekerheid: wie onzer is de zoon van Bianca?.... Of neen! antwoord mij nog niet! Ook Deodaat moet van dit alles onderricht zijn! ..... kon ik zoolang mijn edelen vriend vergeten! In zijn bijzijn alleen moet gij ons het geheele geheim onzer geboorte ontvouwen .... kom! volg mij naar Haarlem.

"Wel gezegd," zeide Daamke: "het is altijd betamelijk ter ruste te gaan, wanneer de kan ledig is." Allen dronken hierop, behalve Reinout, die met groote stappen het vertrek op en neder wandelde.

Wees zoo goed en verhaal mij thans eens omstandig de gebeurtenissen, waarop gij uw recht grondt, van mij vader te noemen." Reinout gehoorzaamde.

"Neen!" zeide Reinout, wiens gelaat van angst en toorn scheen te gloeien: "maar ik wilde u het vertrek doen verlaten, waar gij u in bevondt, en waar ik niet binnen mocht komen, zonder mijn belofte te schenden."

"Inderdaad," zeide Deodaat, glimlachende: "ik geloof dat gij bij al de bezoeken, die gij voornemens zijt aan dien kant af te leggen, liever van mijn gezelschap ontslagen zijt." "Wat meent gij daarmede?" vroeg Reinout met hevigheid.

"Om Gods wil, Ridder!" zeide zij: "laat mij gaan; het voegt mij niet, langer naar u te hooren: men heeft ons misschien zien gaan: men zal ons bespieden.... men heeft ons reeds bespied." En dit zeggende, gaf zij een angstigen, half gesmoorden kreet. Naast hen stond Reinout, doodsbleek, met gekruiste armen en het oog vonkelende van toorn.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek