Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
"In Gods naam dan!" zeide de ontstelde knaap: en de orde van den tocht omkeerende, reed nu de dienaar voor den Heer; maar nauwelijks waren zij weder een eind wegs gevorderd, of Reinout hoorde hetgeen hij een kreupel paard achtte te zijn, niet meer achter, maar voor zich uit.
Eindelijk echter kon zijn edelmoedige ziel het denkbeeld niet langer verduren van eenige achterhoudendheid jegens zijn wapenbroeder te voeden: "Reinout!" zeide hij: "denkt gij morgen weer naar de hut van Walger te gaan?"
Na het vertrek van Aylva bleef de vergadering gedurende eenige oogenblikken in een staat van verwarring en besluiteloosheid, daar men het oneens was, of men de beraadslagingen zou voortzetten, dan wel of die behoorden geschorst te worden. Eindelijk echter drong Adeelen, gerugsteund door de aanzienlijksten der vergadering, het besluit door, om te hooren, wat Reinout had mede te deelen.
Hij begreep, dat het nu niet het oogenblik was om hem opheldering te geven omtrent zijn gedrag en vergenoegde zich dus hem van verre toe te knikken, hetgeen Reinout òf niet bespeurde, òf niet wilde opmerken: en daar aan Deodaat vervolgens een andere bezigheid aan den ingang der kerk werd opgedragen, moest hij voor 't oogenblik alle gelegenheid tot een verklaring uit zijn hoofd stellen.
Hier werd hun gesprek gestoord door Sytsken, die, de deur uitkomende, zich tot Reinout wendde en hem te kennen gaf, dat de Olderman verlangde hem te spreken. "Is het mogelijk!" riep Reinout uit, terwijl een glans van vergenoegen zich over zijn gelaat verspreidde: "ik zie met blijdschap, dat de toestand mijns vaders niet zoo erg is, als mij die werd afgeschilderd."
Vader Syard ging langzaam, doch met vasten tred vooruit, zonder den blik rechts of links te wenden, en sloeg weldra een gul voetpad in, dat tusschen welige berken en dennen liep en naar de gissing van Reinout, op den zijweg, niet verre van de woning des boschwachters, uit moest komen. De monnik scheen echter reeds vroeger de plaats zijner bestemming te hebben bereikt.
"Wat belieft uwe genade, dat met deze kokelers gedaan worde?" vroeg Reinout aan den Graaf, terwijl hij op Barbanera wees, die, met behulp van zijn makker, den toestel bereids weer had ingepakt. "Mij dunkt, zij zouden een groot versiersel zijn voor den kastanjeboom op het achterplein," zeide Naaldwijk. "Dat men hen met zweepslagen den Vogelesang afdrijve," zeide Willem op een gestrengen toon.
Reinout was Deodaat bestendig ontweken, wanneer zij elkaar bij toeval op straat of in een werkplaats ontmoetten: en Adeelen, die nu een bepaald voornemen in 't hoofd had, zag hen, zoo dikwijls hij hen tegenkwam, met een koele bedaardheid aan, als wilde zijn rustige blik hun te kennen geven: "wij zullen heden maar geen twist zoeken: dat zal zich morgen wel vinden: borgen is geen kwijtschelden."
Ha! nu ontwikkelt zich het geval!" riep de monnik: "was die vreemdeling Ridder Reinout van Verona?.... Zoekt overal, vrienden! er is goud te verdienen voor hem, die haar weervindt!" "Bij mijn zolen," zeide Daamke, hem naoogende: "de rook verraadt het vuur; het balken den ezel, de kuch den grijskop; maar een mooie meid, die zich schuil wil houden, wordt zoo gemakkelijk niet teruggevonden."
Reinout beantwoordde den hem toegebrachten dronk; maar de sombere gedachten, welke zijn ziel vervulden, hadden hem in een stille afgetrokkenheid doen vervallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek