Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
"De Rebiera, onder kommando van den eigenaar, meneer Rustig," antwoordde Jack lachend. Kapitein Sawbridge drukte hem de hand. "Kom met me mee naar de kajuit, meneer Rustig; want ik ben blij, dat ik u weerzie. Ik maak u mijn compliment over uw houding en ben dol nieuwsgierig wat u toch bewogen heeft opnieuw zee te kiezen; want ik wist, dat gij uw ontslag uit den dienst genomen hadt."
We zullen dit verhaal niet in al zijn bijzonderheden volgen, maar er enkel uit vermelden, dat een oude familieveete Don Rebiera herhaaldelijk blootstelde aan de vervolging van een paar verre neven, die geen middelen ontzagen om hem het leven te verbitteren, ja zelfs hem meermalen met den dood hadden bedreigd.
"Dat is waar," antwoordde Don Rebiera, "laten we ons derhalve toerusten, want reken er maar op, dat Don Silvio zulk een mooie gelegenheid om wraak te oefenen niet zal laten voorbijgaan. Hij zal nog hedennacht hier zijn; het verwondert me zelfs, dat hij niet reeds met zijn bende gekomen is." "Nu dienen we na te gaan wat voor middelen tot verdediging we hebben," zei Philip.
"Als we eens allen gezamenlijk het huis verlieten?" gaf Don Rebiera in bedenking; "ze kunnen niet meer doen dan de woning plunderen." "Maar we zouden door hen opgevangen kunnen worden, en tegen zulk een overmacht beteekent ons aantal niets," merkte Don Philip op. "Hier hebben we ten minste het voordeel, dat het huis zelf als middel van bescherming dient."
Gascoigne, die nu niet langer tot de equipage der Latona gerekend werd, kreeg verlof om hem te vergezellen. Met de herstellingen aan de Latona was men spoedig gereed, zoodat kapitein Sawbridge reeds den volgenden dag weer zee kon kiezen; echter zonder Gascoigne, die nu zijn formeel ontslag had gekregen en op de Rebiera overging.
In hun logement teruggekeerd, troffen zij er Don Philip en Don Martin, de zonen van Don Rebiera, aan, met wie zij spoedige beste maatjes waren en die hen overal rondgeleidden. In een wip waren er drie weken vervlogen en Jack en Gascoigne dachten nog niet aan heengaan.
"Achter den naam van dien Siciliaanschen officier ik wist ook wel, dat ik hem meer gezien had." "Dien Don Matthias?" "Neen, Sir Thomas! Niet Don Matthias! Hij is niemand anders dan Don Silvio, die op het punt stond Don Rebiera te vermoorden, toen wij te hulp schoten en den man redden." "Ik geloof waarlijk dat je gelijk hebt, Gascoigne."
"We zullen moeten terugtrekken," riep Don Rebiera uit; "over een poos hebben ze alles neergerukt. Wat dunkt u er van, signor Rustig?" "Dat we zoo lang mogelijk moeten standhouden. Hoe is 't met de ammunitie gesteld?" "Die hebben we nog in overvloed we kunnen er stellig nog zes uren mee toe, zou ik denken." "Wat zeg jij er van, Mesty?" "Hier blijven, zeg ik.
"Als hij Spaansch verstaat, kan mijn dochter met hem praten, zij is eerst onlangs uit Spanje teruggekeerd." Don Rebiera geleide hem nu naar een andere kamer, waar weldra een ontbijt werd opgedragen, dat onze adelborsten zich terdege lieten smaken.
"Dan zullen we 't hem zamen vragen," hernam Jack. De eerste luitenant en de andere officieren kwamen aan boord der Rebiera en brachten er een prettigen avond door, wat voor levenslustige jongelui onder gezelligen kout en een goed glas wijn niet zoo heel moeilijk is. Acht-en-twintigste hoofdstuk. Jack bereikt het toppunt zijner wenschen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek