Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 november 2025


Zie eens naar den ridder met het wapenschild, schoone Rebekka, en zeg mij, hoe hij zich gedraagt; want zooals de aanvoerder is, zoo zullen zijn lieden zijn." "Ik zie hem niet," antwoordde Rebekka. "O die lafaard!" riep Ivanhoe, "wijkt hij van het roer, als de wind het hevigst waait?"

Niet eens het vooruitzicht op belooning en veel minder het gevoel van medelijden alleen kon deze vrees te boven komen. Rebekka bleef eenige oogenblikken in onbeschrijfelijken angst en toen riep zij uit: "Is het wezenlijk zoo?

Intusschen sprak de heraut tot Rebekka in deze woorden: "Meisje, de geëerde en hoogeerwaarde Heer Grootmeester vraagt, of gij een kampvechter hebt, om op dezen dag voor u te strijden, dan of gij het tegen u uitgesproken vonnis voor rechtvaardig erkent?"

Gedurende het gedruisch, dat den terugtocht der Tempeliers vergezelde, zag en hoorde Rebekka niets; zij lag in de armen van haar ouden vader, verward en bijna bewusteloos door den plotselingen ommekeer van haar lot. Maar één woord van Izaäk riep eindelijk haar verwarde zinnen terug.

Toen opstaande, en haar sluier terugslaande, smeekte zij haar, in den naam van dien grooten God, welken zij beiden aanbaden, en bij de openbaring van die wet, aan welke ze beiden geloofden, medelijden met hen te hebben, en hun te vergunnen, onder hun geleide verder te reizen. "Het is niet voor mij zelve, dat ik deze gunst verzoek," zei Rebekka; "en niet eens voor dezen armen grijsaard.

Met Rebekka, die op-nieuw haren man te drinken reikte, trad hy op 't bed van den zieke toe. Ze scheen bevreesd dat kou of tocht by 't openen der gordynen ... Ik zal je helpen, juffrouw, riep Wouter, meezorgend dat de opening niet grooter werd dan juist noodig was om 't verlangde doortelaten. Nadat Roebens gedronken had, reikte hy twee zakken geld aan.

"Uw woorden zijn bitter, Rebekka," zei Bois-Guilbert, ongeduldig door het vertrek stappende; "maar ik ben niet gekomen, om verwijtingen aan te hooren. Weet, dat Bois-Guilbert voor geen mensch ter wereld wijkt, al noodzaken hem de omstandigheden een tijdlang zijn plan te wijzigen.

"Gij hebt den Jood geschilderd," antwoordde Rebekka, "zooals de vervolging van mannen, als gij zelf, hem gemaakt heeft. De Hemel heeft hem in zijn toorn uit zijn land verjaagd: maar de nijverheid heeft den eenigen weg tot macht en invloed, welke de onderdrukking ongesloten liet, voor hem geopend.

"Gij zult geene keus hebben, Rebekka; éénmaal hebt gij mij teleurgesteld; maar geen sterveling heeft zulks ooit ten tweedenmaal gedaan." Dit zeggende, greep hij de verschrikte maagd, die het kasteel met haar gegil vervulde, en droeg haar uit de kamer, in weerwil van haar angst, en zonder te letten op de bedreigingen, en de uitdaging, die Ivanhoe hem achterna bulderde.

"De poort bezwijkt," ging Rebekka voort; "zij kraakt, zij wordt verbrijzeld door zijn slagen; zij stormen er in; het buitenwerk is veroverd; o God! zij werpen de verdedigers van den wal naar beneden; zij storten hen in de gracht; o menschen, zoo gij inderdaad menschen zijt, spaart hen, die niet langer weerstand kunnen bieden!"

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek