Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 oktober 2025


Toen de Raadpensionaris vertrokken was, schelde de Prins zijn kamerdienaar en beval hem, ingeval de persoon, die dezen morgen op het Hof was geweest, terug mocht komen, dien terstond bij hem te brengen. "Hij wacht reeds sedert een half uur, Uwe Hoogheid," zeide deze. "Breng hem dan onmiddellijk hier," hernam de Prins. Hoe onze vloot de Engelschen tuchtigde.

Langen tijd ging deze geheime handel goed, tot, voor eenige dagen, de Ritmeester den Raadpensionaris een pak brieven bracht en daaronder bij vergissing een van die geheime brieven had laten liggen." "De onvoorzichtige!" riep de Prins uit. "En had de Raadpensionaris dat terstond gemerkt?" "Ik weet het niet, Uwe Hoogheid," gaf Pieter ten antwoord.

"Dit getuigt, onder anderen, de Raadpensionaris J. DE WITT, in een' zijner brieven aan de Algemeene Staten." DE JONGE, Zeewezen, II b 32, 105. Waar het mogelijk is, wil ik over dit onderwerp het liefst de eigene woorden van dezen bevoegden beoordeelaar mededeelen, die zeker het meeste gezag verdient.

"Hoe meent Uwe Hoogheid dat?" vraagde De Witt min of meer scherp. "Dat ik het gestel van Uwe Edelheid hadde, en dat de arbeid mij niet zoo fatigueerde." "En heeft Uwe Hoogheid zich gisteravond nog al geamuseerd?" vraagde de Raadpensionaris. "Voor zooverre iemand, die altijd met hoofdpijn en hoest geplaagd is, zich amuseeren kan.

De Raadpensionaris Jan de Witt behoorde ook onder hen, die slapen kunnen zoodra zij 't oorkussen ruiken. Hij placht te zeggen, dat iemand, die vele en gewichtige zaken in 't hoofd heeft, die moet kunnen ter zijde stellen zoodra hij zich te bedde bevindt: een raad, die uitmuntend is, doch dien iedereen niet even bekwaam is te volgen.

"Maar, mijnheer de Raadpensionaris!" hernam de Prins glimlachend. "Uwe Edelheid vergeet, dat ik eerst tien jaar ben en dat mijn oom, de Koning der drie Brittannische rijken, mij over geen staatkunde zal schrijven." Alweder was De Witt, de schrandere De Witt, in verlegenheid. Dien knaap kon hij niet doorgronden.

Tevergeefs had graaf Schimmelpenninck, die het jaar te voren op uitdrukkelijk verlangen van den Keizer als Raadpensionaris de teugels van het bewind in handen had genomen, getracht, in den toestand verbetering te brengen. Thans moest ook deze verdienstelijke man heengaan; hij begon zwak van gezicht te worden, werd beweerd.

Mijnheer Van Zuijlestein," ging De Witt voort, zich tot dezen wendende, "de Heeren Staten zullen u vijf jaren lang een wedde van vierduizend gulden uitkeeren." "Maar ik zal mijn pupil niet verlaten, mijnheer de Raadpensionaris," zeide deze driftig. "De Heeren Staten hebben er zeker niet aangedacht, dat ik mijne aanstelling heb van de Prinses-weduwe."

Dewijl nu de Raadpensionaris, die in persoon bij de vredesonderhandelingen te Breda tegenwoordig moest zijn, dien tocht niet kon bijwonen, had men diens ouderen broeder, Cornelis de Witt, Ruwaard van Putten, Burgemeester van Dordrecht en lid van de Admiraliteit der Maas, die betrekking opgedragen. Deze was een man van persoonlijken moed en wel bekend met het zeewezen.

Ook de andere scheepshoofden werden voor de door hen bewezen diensten beloond. De tocht naar Chattam bewerkte, wat de Raadpensionaris er mee bedoeld had: niet alleen hadden wij een belangrijke revanche genomen voor den brand van Terschelling, maar ook de vredesonderhandelingen werden er door bespoedigd en weldra ten einde gebracht.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek