Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 oktober 2025
Met dat al, ik geloof, dat zoo UEd. den man een kleine fooi voor zijn beleefdheid beloofd hadt...." "Dat in eeuwigheid niet," zeide ik: "denkt gij, dat ik de Justitie om wil koopen?" "Nu!" hernam Pulver: "wij zullen zien wat er van wordt, zei de blinde, en hoe UEd. met Reynszen varen zult...; maar, dat Sandertje een roover geworden is, dat spijt mij tot in mijn ziel."
"Het zij zoo!" zeide Van Lintz: "wij zijn in 't gezicht van Terschelling, en daar zal zich wel een eenzaam plekje bevinden waar wij onze zaak kunnen afdoen. Gij zult er zeker niet tegen hebben, dat de Heer Huyck en Kapitein Pulver ons tot getuigen strekken." "Ik zie niet, dat wij getuigen noodig hebben," zeide Lodewijk; "maar, wat mij betreft, ik heb er niets tegen.
Pulver als een goed patriot, rangschikte zich bij mijn gevoelen; terwijl Holmfeld daarentegen beweerde dat zijn passagier gelijk had en dat in de Vereenigde Provinciën eigenlijk niemand van die zoo hooggeroemde vrijheid genot had, buiten eenige bevoorrechte familiën.
Pulver, die niet naliet den goeden wijn van Tante te prijzen en te betuigen, dat hij zulke waar niet geproefd had, sedert hij bij de roovers had gevangen gezeten, vermaakte ons nu en dan met zijn kluchtige uitvallen, en Van Baalen perste ons menigen glimlach af, door zijn manie van zich over al wat hij had te beklagen.
"Gij hadt echter," zeide ik, "een vaartuig kunnen ontmoeten, hetwelk u overnam en nader tot de plek uwer bestemming bracht?" "Jawel degelijk ontmoetten wij een vaartuig," antwoordde Pulver: "en dat was juist ons ongeluk.
"Helpt mij toch deze ongelukkigen naar het dorp te brengen," zeide ik: "de eene leeft nog." "Wij zullen wachten, tot de Drost komt wij zullen er geen hand aan slaan of wij mal waren? om een lijk aan te raken en zoodoende den boedel te aanvaarden," mompelden de omstanders. "Zij hebben elkander vermoord, zeide ik, den vragenden blik van Pulver beantwoordende: "dat lijdt geen twijfel."
"Nu! dat is mij lief," hernam Holmfeld: "wel! wel! 't is een macht van kisten, die gij mij aanbrengt: als ik ze alle maar plaatsen kan: en staat gij er voor in, Schipper! dat er geen averij aan is?" "Gij kunt ze zelf bezien," zeide Pulver: "er is geen drop water bij gekomen."
"Maar voor den duiker!" riep Pulver, die al om hem heen gedraaid had: "heb ik het mis of heb ik het wis? Is UEd., als ik mag vragen...." "Uw dienaar, Sinjeur!" zeide Sander, zich haastig door de gang naar de voordeur begevende. "Maar met uw verlof! een amerijtje geduld!" riep Pulver, hem navolgende: "Sander! ben je 't? of ben je 't niet? Sandertje! ken je Kapitein Pulver niet meer?"
Nu vraag ik u, of Kapitein Pulver al rare ondervinding heeft opgedaan?" "Mij dunkt zij hebben nogal wat met u gesold," zeide Suzanna: "doch het schijnt u geen kwaad gedaan te hebben, en gij zijt tegen de verdrukking aangegroeid. En hebt gij naderhand nooit iets van dien rooverkapitein vernomen?"
Zes jaren geleden, voor ik met Kapitein Pulver uitzeilde, had ik kennis aan de dochter van Helding: een engel van braafheid, de lust van haar vader en van al wie haar kende. Wij hadden elkander lief: zij zou mijn vrouw worden, zoodra ik Stuurman was. 's Avonds voor mijn vertrek, daar wij met ons beiden alleen waren...." Hier begon Sander te snikken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek