Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Ik wil, namelijk de proletarische verkensliteratuur aan de kaak stellen, waarmede thans eene afschuwelijke maatschappij haren wansmaak mest .... Uw aangetrouwde zwager, mevrouw, die een fijnproever is en een snedige geest, stelt mij achttienduizend frank ter hand voor het voltrekken van dien arbeid, waarbij moet ik het zeggen? nauwelijks den beroemden kuisch der Augias-stallen door Herkules te vergelijken is.
Maar waar blijft, als de proletarische begrippen zijn doorgedrongen, eigenlijk de poëzie? Is een socialistische toekomst wel vereenigbaar met uw opvattingen van wat poëzie eigenlijk is? Er zullen altijd dichters zijn. Denk eens aan den tijd van de predikanten-poëzie, waar Kloos het over heeft. Die tijd was zoo duf, zoo vermolmd, dat men zich moeilijk kan denken dat er toch nog dichters waren.
Rousseau had geleefd en geschreven in een tijd, dat die tegenstellingen nog verborgen waren. Daarbij kwamen in hem, door afstamming en levensloop, zoowel meer groot- als meer kleinburgerlijke, en ook wel proletarische neigingen tot uiting, al was de overheerschende richting van zijn voelen, willen en denken beslist kleinburgerlijk.
Bij haar is het heelemaal liefde en leven geworden. Het is individualisme geworden en daardoor juist kan zij waarlijk proletarische poëzie maken. Het is bij haar niet meer geestelijk of gedachtelijk, het is doorvoeld, en juist daarom is zij de socialistische dichteres in Holland. Neem Adama van Scheltema.
Ik ken de geheele opkomst van de Gentsche socialisten, hun economischen en socialen strijd, en ik vind het bewonderenswaardig, ik kan het niet helpen. Iederen keer dat ik voor "Vooruit" kom, bewonder ik wat zij gedaan hebben en hoe die menschen zich trots alles ontwikkeld hebben. Als de proletarische kunst goed is, dan vind ik ze goed. Maar ik vind ze wel eens leelijk.
De eenvoudige liedjes, die hij misschien voor de minste houdt in zijn werk, die voor den gewonen lezer ook wel minder zijn, neem een socialistischen marsch, die zoo echt is van rythmus, zoo meegevoeld, zoo meegestapt, zou ik haast zeggen, dat is echte proletarische poëzie, in tegenstelling met werk, waar heel wat diepere en ingewikkelde bedoelingen achter zitten, maar dat juist daarom geen poëzie kon worden.
Wij proletarische revolutionairen die nu leven, droomen een anderen, grootscheren: den droom van de eenheid aller menschen, opgroeiend uit het wezen van den arbeid in de socialistische samenleving, uit de beheersching der natuurkrachten en der maatschappij- krachten door de mannen en vrouwen-makkers eener vrije menschheid.
Mevrouw Roland Holst en Adama van Scheltema maken proletarische poëzie als zij waarlijk proletarisch voelen, niet denken. Maar van het oogenblik af dat men proletarisch denkt maakt men geen poëzie meer, omdat men dan denkt en niet leeft. Gorter heeft in de "School der Poëzie" geschreven van de burgerlijke kunst, waar hij uit wilde. Heel de "Nieuwe Gids" is volgens hem burgerlijk.
Vijftien jaar lang had ik verlangd naar in Rusland te zijn en toen wij op een warmen zomermorgen de grens passeerden, voelde ik mij enkel beschaamd over een domme streek die ik had uitgehaald, ondanks mijn grijzende haren... Petrograd was sedert 1905 voor mijn verbeelding de heilige stad der proletarische wedergeboorte, maar toen onze trein het naderde heb ik niets gevoeld als een lichte ergernis over het feit, dat mijn mede-reizigers die nadering schenen te verslapen.... Toen het kongres »plechtig« geopend werd, bleef ik zoo koud als een steen.
Het is geestelijke analyse geworden: een synthetische gemoedsbeweging geeft het niet. Dan nog maar veel liever de proletarische poëzie, waar tenminste nog een menschelijk gevoel in zit. U vindt het dus wel een vreemd verschijnsel, dat de proletarische opvattingen binnen gehaald worden door de dichters die eigenlijk de grootste individualisten moesten zijn en zijn?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek