Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Men vindt 't een vanzelfsheid, dat de Grieksche kampvechter zich jaren aaneen oefende om later den kampprijs te verwerven. Men prijst den jonkman, die na jarenlange ingespannen studie, de vereischte diploma's heeft verworven, die hem in staat stellen straks de lang begeerde betrekking te aanvaarden.

En hun stemmen klinken schel boven die der mannen uit in het feestgezang, dat Dewi Sri en al de goden van den akkerbouw prijst. Balische vrouwen Den geheelen dag van zonsopgang tot donker, en overal, behalve enkel en alleen in het veld, zijn hier bij menigte de vrouwen te zien; en altijd, arbeidende. Dat begint al voor dag en dauw.

De plaats, waar hij zich ophoudt, wordt verraden door zijn buitengewoon luide, wijd en zijd weerklinkende stem; deze heeft hem den naam "Koko" verschaft, waarmede hij door de inboorlingen wordt aangeduid. Deze werd later ook verder noordwaarts tot in Senegambië en meer zuidwaarts tot in Gaboen aangetroffen. Swainson prijst hem als een "vorst onder de gevederde schepselen."

"Maar als er nu een tijd komt, dat niemand die heerenhoeven meer prijst?" hield de boer aan. "Je hoeft niet zoo bang te wezen," zei de vrouw van Ulvasa. "Ik zie, hoe er geneeskrachtige bronnen opborrelen op de velden van Medevi, bij het Wettermeer. Ik geloof, dat de bronnen op Medevi het land zoo beroemd zullen maken, als je maar wenschen kunt."

Op dat zij daar, zonder smetten, Onderhouden zijne wetten, En hem lieflijk met wyrook Eenen zoeten reuk toebrengen, En met bokkenbloed besprengen Zijn altaren met gesmook ; Dat de mensche steeds mocht haken, Om hier boven te geraken Daar 't hem alles looft en prijst. Acht het aardsch dan veel geringer Dan het Hemelsch, daar de vinger Van zijn zoete wet op wijst.

Gij kent de groep, en hebt dus geene beschrijving van noode; en terwijl ge ze weder voor het oog uwer verbeelding laat te voorschijn treden, prijst ge op nieuw de gelukkige conceptie die de wederzijdsche verhouding der beide dichters en hun beider beteekenis voor de vaderlandsche litteratuur, zoo juist en treffend wist weer te geven.

Driemaal deed zij de spoorreis over de Andes-keten, en Chili trok haar van alle zuid-amerikaansche republieken het meest aan. Daar bracht zij twee jaren door en leerde er land en volk grondig kennen. Beide looft en prijst zij, en het is haar een genoegen, heldere denkbeelden over de interessante republiek en hare hulpmiddelen te mogen helpen verspreiden.

Iedereen prijst het: Mohammed, Ibrâhîm, de dokter, de twee Sephardische luilakken, en de eigenaar. Hij vraagt acht pond. Dat is vijf of zes. Dit ezeltje zullen wij koopen. Maar wij hebben buiten Challad gerekend. Er is iets uitgebroeid in Challads duisteren kop. Water dragen zonder ezeltje is zeker zwaarder dan water dragen met een ezeltje.

Reeds Tacitus prijst de dapperheid van het Hessische voetvolk, dat altijd, even als eens tegen de Romeinen zoo ook in den nieuweren tijd in Amerika, waarheen zij toch slechts door hunne Vorsten verkocht werden, er maar in het blinde op los sloeg en zich dien ten gevolge het roemrijke epitheton, de "blinde Hessen" verwierf.

Soms werd er bij den ondertrouw gelet op de mogelijkheid, dat de bruid »deflorata«, onteerd kon zijn. Sommige instructies schrijven voor, dat predikant of ambtenaar (bij opgevat vermoeden) moeten vragen of het bruidspaar »vleeschelijke conversatie« gehad heeft? Ook dit stuk uit de geschiedenis des huwelijks heeft eene lange ontwikkeling achter zich, maar wij kunnen er èn om de uitgebreidheid èn om de eigenaardigheid van het onderwerp niet lang bij stil staan. Er zijn tijden, waarin en volken, waarbij de ongereptheid der bruid niet slechts onnoodig, maar zelfs ongewenscht werd geacht zoodat zij, op velerlei, voor ons begrip stuitende, manier vóór het huwelijk werd gedefloreerd. Maar de regel was toch het omgekeerde, dat nl. de maagdelijkheid der bruid van de hoogste waardij werd geacht en bij het huwelijk op overtuigende wijze moest worden aangetoond. Wat Deut. XXII: 13-21 van de oude Israëlieten verhaalt, mag als vast gebruik bij tal van volken gelden, terwijl oude vertellingen en sprookjes dan weêr herinneren, hoe met dit bewijs bedrog kon worden en ook vaak werd gepleegd. Maar hiervan genoeg. In ons tijdperk gold het reeds lang als misdrijf zoo bij de verloving bleek, dat de bruid ontmaagd was, daarom, naar de volkszeden, nog niet altijd als schande. In Amsterdam verwezen commissarissen, als 't bleek, dat de bruid onteerd was, de zaak naar M. H. van den gerechte. Was de zwangerschap der bruid »notoirlijck« dan betaalden in de generaliteitslanden partijen ieder f20, waarbij de ouders voor hunne kinderen, vrouwen voor haar dienstmaagden instonden. Hadden nu partijen nochtans geen bezwaar tegen het huwelijk, dan ontstonden er natuurlijk geene moeielijkheden en deze soort verbintenissen waren talrijk, door de volksmoraal ook niet veroordeeld. »'t Is aan onze strandenvertelt ons iemand in 1773, »zeer gemeen een bruid bezwangerd te zien vóór den trouwdag, maar de gelieven blijven elkander getrouw«. En zoo was het niet alleen aan onze stranden, maar ook verder. In de bouwstoffen voor een beroemd geworden rapport, door baron d'Alphonse in 1813 uitgebracht over den staat van ons land en volk, bevindt zich ook een stuk van den prefect de Stassart d.d. 22 Aug. 1812, waarin o. a.: »... De families wachten met het vaststellen van een huwelijk, tot de jongelieden neiging voor elkander getoond hebben. Vandaar de nauwe betrekkingen tusschen de beide geslachten. Bovendien trouwen, althans in de lagere klassen, de meisjes niet vóór zij zwanger zijn, maar in dien toestand worden zij ook bijna nooit verlatenBij deze uitspraak staat een aanteekening van J. D. Janssen, den lateren secretaris-generaal bij het departement voor de zaken der hervormde kerk, waarin hij dien vrijeren omgang prijst en voorts ontkent, dat de bedoelde meisjes zóó zijn. Hij kent geen enkele klasse zóó bedorven, »zelfs« niet in Den Haag, »

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek