United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze laatsten nu hadden reeds in 1580 bij de vroeger genoemde ordonnantie, de verboden graden zoo goed mogelijk behandeld, door Zeeland gevolgd in 1583, door Utrecht in 1584, door Friesland in 1586, Gelderland 1597, terwijl voor de generaliteitslanden het Echtreglement van 1656 de graden voorschreef. Hier werd dan het huwelijk verboden tusschen: .

De wetten, te dezen door H.H. Magistraten voor de generaliteitslanden gegeven, zijn mede een deel van hunne politiek tegen deze gewesten, die met harde hand, naar hun oordeel, moesten worden geregeerd. Een plakkaat van 8 April 1644 verbood roomsche priesters, die nog in Brabant werden geduld, lieden in ondertrouw op te nemen, ook al zouden zij niet van plan zijn het huwelijk zelf te sluiten.

Hier werd door de noordelijke Nederlanden een gedeelte van Vlaanderen veroverd, dat in 1648 bij den vrede van Munster aan de Algemeene Staten werd afgestaan. Dit gedeelte verkreeg destijds den naam van Staats-Vlaanderen en behoorde tot de Generaliteitslanden.

In den tijd der Republiek maakte Zeeland een provincie der Unie uit, die zich van de Grevelingen en de Krammer tot de Wester-Schelde uitstrekte, terwijl ten zuiden der Wester-Schelde het veroverd gebied tot de Generaliteitslanden behoorde. Eerst in 1815 verkreeg Zeeland als provincie haar tegenwoordige grenzen, toen Staats-Vlaanderen als Zeeuwsch-Vlaanderen bij Zeeland werd gevoegd.

In Leiden mocht de weduwe niet trouwen vóór zes maanden na haars mans dood, tenzij zij binnen dien termijn was bevallen. Die moesten wat meer zelfbeheersching toonen. Omdat echtscheiding werd toegestaan o. a. bij verlating, moest ook hertrouw bij verlating geregeld worden. In de generaliteitslanden moest de verlaten vrouw vijf jaar met een ander huwelijk wachten. Zoo ook in Zeeland.

Nog den 3den juni 1750 vaardigden de Staten-Generaal een plakkaat uit voor de generaliteitslanden, over huwelijken tusschen personen van den gereformeerden en van den roomschen godsdienst, »welke meer en meer komen in te kruipen en waardoor echtgenooten en kinderen worden verleid, om zich te begeven tot de roomsche dwalingen«.

Zoowel door de Provinciale Staten als door de Generaliteit werden privilegiën verleend; de eersten waren natuurlijk slechts in ééne provincie van kracht, de laatsten golden, voorzoover zij niet uitsluitend voor de Generaliteitslanden waren bestemd, in de geheele Republiek. Doch de rechtskracht van de privilegiën der Staten-Generaal werd niet steeds in alle provinciën erkend.

Er is menig hard woord gezegd over deze en dergelijke maatregelen in de generaliteitslanden. Tot de geschiedkundige verklaring ervan bedenke men, dat de roomsche bevolking in de grenslanden voortdurend onbetrouwbaar bleek en groot gevaar opleverde voor de veiligheid der Republiek. Het ergste was, dat waar de schout ontbrak, het wettig huwelijk diende gesloten voor den predikant. Dit was hatelijk. »Nos pères«, zegt een hedendaagsch katholiek, »ont du se résigner alors

Soms werd er bij den ondertrouw gelet op de mogelijkheid, dat de bruid »deflorata«, onteerd kon zijn. Sommige instructies schrijven voor, dat predikant of ambtenaar (bij opgevat vermoeden) moeten vragen of het bruidspaar »vleeschelijke conversatie« gehad heeft? Ook dit stuk uit de geschiedenis des huwelijks heeft eene lange ontwikkeling achter zich, maar wij kunnen er èn om de uitgebreidheid èn om de eigenaardigheid van het onderwerp niet lang bij stil staan. Er zijn tijden, waarin en volken, waarbij de ongereptheid der bruid niet slechts onnoodig, maar zelfs ongewenscht werd geacht zoodat zij, op velerlei, voor ons begrip stuitende, manier vóór het huwelijk werd gedefloreerd. Maar de regel was toch het omgekeerde, dat nl. de maagdelijkheid der bruid van de hoogste waardij werd geacht en bij het huwelijk op overtuigende wijze moest worden aangetoond. Wat Deut. XXII: 13-21 van de oude Israëlieten verhaalt, mag als vast gebruik bij tal van volken gelden, terwijl oude vertellingen en sprookjes dan weêr herinneren, hoe met dit bewijs bedrog kon worden en ook vaak werd gepleegd. Maar hiervan genoeg. In ons tijdperk gold het reeds lang als misdrijf zoo bij de verloving bleek, dat de bruid ontmaagd was, daarom, naar de volkszeden, nog niet altijd als schande. In Amsterdam verwezen commissarissen, als 't bleek, dat de bruid onteerd was, de zaak naar M. H. van den gerechte. Was de zwangerschap der bruid »notoirlijck« dan betaalden in de generaliteitslanden partijen ieder f20, waarbij de ouders voor hunne kinderen, vrouwen voor haar dienstmaagden instonden. Hadden nu partijen nochtans geen bezwaar tegen het huwelijk, dan ontstonden er natuurlijk geene moeielijkheden en deze soort verbintenissen waren talrijk, door de volksmoraal ook niet veroordeeld. »'t Is aan onze strandenvertelt ons iemand in 1773, »zeer gemeen een bruid bezwangerd te zien vóór den trouwdag, maar de gelieven blijven elkander getrouw«. En zoo was het niet alleen aan onze stranden, maar ook verder. In de bouwstoffen voor een beroemd geworden rapport, door baron d'Alphonse in 1813 uitgebracht over den staat van ons land en volk, bevindt zich ook een stuk van den prefect de Stassart d.d. 22 Aug. 1812, waarin o. a.: »... De families wachten met het vaststellen van een huwelijk, tot de jongelieden neiging voor elkander getoond hebben. Vandaar de nauwe betrekkingen tusschen de beide geslachten. Bovendien trouwen, althans in de lagere klassen, de meisjes niet vóór zij zwanger zijn, maar in dien toestand worden zij ook bijna nooit verlatenBij deze uitspraak staat een aanteekening van J. D. Janssen, den lateren secretaris-generaal bij het departement voor de zaken der hervormde kerk, waarin hij dien vrijeren omgang prijst en voorts ontkent, dat de bedoelde meisjes zóó zijn. Hij kent geen enkele klasse zóó bedorven, »zelfs« niet in Den Haag, »