Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 november 2025


De oude molenaar Voss vroeg dat in stilte zich zelven ook af, en toen hij begreep, dat het over 't proces was, zeide hij tot Witt: "Zoo! met het princes heb ik het nu in orde; nu blijft de jood mij nog maar over; en dien zal 'k van avond in de punch soppen." "Daar brengt ge mij op een denkbeeld, Voss," zegt de bakker. Hij ging de deur uit en kwam na eene poos terug.

"Bijvoorbeeld ... ten opzichte van 't leven van de volken, hun maatschappelijk, staatkundig, godsdienstig leven, in 't algemeen, hoofdzakelijk alles bijeengenomen..." Ibarra dacht een heele poos na.

De professor onderzocht het heele lichaam van den zieke. Hij luisterde, hoe het hart klopte, hij voelde den pols, bekeek de handen, keek in de ooren, in de oogen, in den mond, streek langs de wangen en langs de voetzolen. Toen zette hij een heel ernstig, een bedenkelijk gezicht, zat eene poos met den vinger aan den neus en riep eindelijk: 'Ik weet het, Uwe Majesteit.

Na een poos omgedwaald te hebben, vinden wij de karavaan, die reeds voor het meerendeel in diepen slaap gedompeld ligt. Daar wij evenwel geen trek hebben om onder den blooten hemel te overnachten, dwingen wij den tsjarvadar, zeer tegen zijn zin, de reis voort te zetten.

Zoo vergaat de gansche vloot, overal, voor een korte poos, slingerende sporen van vuur achterlatende..... De dooden gaan snel! Na weinige oogenblikken is het laatste vaartuigje gezonken, het laatste vuur gedoofd, en heeft de laatste geest zijn afscheidsgroet aan de aarde gebracht. Bij het opgaan der zon, is er niets meer van de dooden overig.

Deze ging eens op de stad Salamis af; nadat hij daar een geheele poos mede gestreden had, moest hij strijden met de vloot van Ptolemeus. Ptolemeus zoo heette de vorst, die heerschte over Egyptenland. Demetrius won den strijd, doch niet door zijne soldaten, maar door dat wij hem geholpen hadden.

Nadat wij een poos gevaren hadden ontmoetten wij eene groote prauw, waarin zich een tiental knapen of jongelieden bevonden, wier eenige kleeding bestond in een kort uitstaand jurkje van biezen, het best te vergelijken met de rokjes onzer balletdanseressen. Men zeide ons, dat deze knapen Simons waren.

De molenaarsvrouw zat nog een poos in gedachten verzonken en zuchtte: "Gelijk heeft ze, en de goede God moge alles nog ten goede besturen!"

Zoo ik van hem verkrijgen kan dat hij zijne ontembare driften beteugele, zal ik met hem gelukkig kunnen zijn.... gelukkig! Ja, moet men dit niet altijd zijn, wanneer men zijn plicht doet!" Hier werd zij uit haar mijmering gewekt door de stem van Sytsken, die al een poos naast haar gestaan had en haar vroeg, wanneer het haar behagen zou, zich aan te kleeden.

Overigens liet zij evenmin aan Jean Valjean iets anders zien dan haar bleekheid. Zij toonde hem immer een vriendelijk gezicht. Maar deze bleekheid was meer dan voldoende om Jean Valjean bekommering aan te jagen. Soms vroeg hij haar: "Wat deert u?" Zij antwoordde: "Mij deert niets." En na een poos, alsof zij opmerkte dat hij insgelijks treurig was, hernam zij: "Deert u iets, vader?"

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek