Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Met uitzondering van de Cascine, de Viale dei Colli, Bello Sguardo en Fiesole, zijn de onmiddellijke omstreken van Florence weinig bekend. Zelfs onder mijne florentijnsche vrienden was er geen enkele, die Poggio a Cajano, de historische villa der eerste Medici, had bezocht. Careggi is al even weinig bekend.

Cochin, die in de vorige eeuw over Italië een van die vluchtige, oppervlakkige boeken schreef, waaraan met name de fransche letterkunde van dien tijd zoo rijk is, spreekt met minachting van Poggio a Cajano. "Dit paleis," zegt hij, "heeft niets bijzonder indrukwekkends. Het beste is nog eene kleine portiek van zes zuilen, waarheen een dubbele trap voert; de buitengevel is verder geheel kaal.

En daar hij slim was, dacht hij er maar al te goed over na, hoe hij zou handelen en kwam tot het volgende plan: Den volgenden dag, een feestdag, stuurde hij een jongen van een zijner buren naar Belcolore om haar steenen vijzel te leenen, daar hij saus wilde maken en ontbijten met Binguccio van den Poggio en Nuto Buglietti. Belcolore zond hem dien.

Cochin had ten minste nog de moeite genomen, de villa te gaan bezoeken. Maar wat te zeggen van den schrijver van een onlangs uitgekomen boek, dat bepaaldelijk aan de omstreken van Florence is gewijd, en dat de geschiedenis en de beschrijving van Poggio a Cajano in negen regels afdoet?

Ik behoef dus niet te vreezen, van honger te zullen sterven; een koetsier komt, met den hoed in de hand, naar mij toe, en vraagt beleefd, of ik een rijtuig verlang; er bestaat dus ook gelegenheid om naar de stad terug te keeren, al mis ik den tramway. Na nogmaals zeker voor den tienden keer na mijn vertrek uit Florence over een brug te zijn gegaan, kom ik eindelijk te Poggio a Cajano.

Poggio a Cajano en Careggi hebben ons de bescheiden pracht getoond van de eerste Medici; Castello en la Petraja zijn de residenties van vorsten en dagteekenen uit een tijd, toen de zucht naar weelde en schittering de behoefte aan kalmte en stille huiselijkheid op den achtergrond had gedrongen.

Ik stel tot den namiddag het onderzoek uit van dien geheimzinnigen muur, die het hoogste punt van Poggio a Cajano inneemt, en vervolg mijn weg tot aan den voet der bergen, op ettelijke honderd schreden afstands. Eindelijk ben ik dan in de vrije lucht, te midden der echte natuur. Hoewel de regen bij stroomen neervalt, adem ik met wellust de geuren in van het naburige bosch.

Maar naderbij komende, zie ik dat de toren alle karakter mist; ik haast mij dus de reis naar Poggio a Cajano te vervolgen. Ik zal nu maar verder niets zeggen van die eindelooze aaneenschakeling van dorpen, die niets landelijks hebben, en van velden, met maïs en dergelijke gewassen beplant.

Intusschen valt de regen nog steeds bij stroomen neder; de wegen zijn in modderpoelen veranderd; ik moet terugkeeren. Niet zonder moeite bereik ik den stal, dien ik bij mijn binnentreden in Poggio a Cajano heb opgemerkt; een kales brengt mij, steeds onder plassenden regen, naar San-Donnino, waar ik in den tram stap. Bij het vallen van den avond was ik weder in Florence terug.

Zulk een genot is een zeldzaamheid in de omstreken van Florence, die al te zeer bebouwd zijn en waar geen duimbreed gronds door den menschelijken arbeid ongebruikt wordt gelaten. Een steile rotsige weg voert naar de twee kerken van Poggio a Cajano, die, wonderlijk genoeg, buiten het vlek, op eene moeilijk te bereiken hoogte zijn gebouwd en zich door niets bijzonders onderscheiden.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek