Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Laat Hooft uitdrukken hoe ik wenschte, dat al onze aanzienlijken ons vóórgingen, zoo als hij: de dichter ziet zijne vaderstad ten top van voorspoed gestegen, ter prooi aan de duizeling, der weelde eigen, en waarschuwt haar: ach! dat zijne poëzij geene profetie ware geweest: Want nergens is zoo veil De niet verwachte val, als op de toppen steil: Zoo slibbrigh staan, als op de kruin; zoo te bedinken Het gypen, als voor wind, en zoo gereed het zinken.
Wij geven dit verhaal ook enkel als poëzij, maar willen dan toch mededeelen, wat gruwelijke geschiedenis aangaande eene onzer Surinaamsche slavenhoudsters verhaald wordt: »Ik heb met uitstekende belangstelling gelezen Uncle Tom's Cabin, hoewel met eenig vooroordeel dit werk begonnen zijnde, maar ik heb aan de waarheid daarin vervat hulde moeten toebrengen.
"Malligheid, Wouter!" mogt ze zoo zeggen, maar ik gaf haar een zoen, die klonk als een klok ... doch ik vergat tot wie ik spreke " Er school te veel poëzij in die schets, dan dat het hart eener vrouw haar niet meê zou hebben gevoeld, "En evenwel," zei Mevrouw Van , "en evenwel is zij verleid."
Vóór eenigen tijd sommige mijner gedachten, omtrent den hedendaagschen smaak in de Poëzij en Versificatie, in een' eenigzins Ironisch boertigen stijl, onder den tijtel van den Modernen Helicon, een Droom, voorgedraagen hebbende, viel mij in, om ook sommige mijner bedenkingen over meer gewigtige stoffen en ernstiger onderwerpen, en wel over den staat der Geleerde- en Huishoudelijke zaaken in nog verre in 't toekomende verwijderde Eeuwen, eens, bij wijze van eene Mijmering, voortedraagen; doch de aart der zaake liet de Ironie hier niet overal toe eenen boertigen rol te speelen, 't welk dit Stukjen een' meer door ernst getemperd voorkomen gegeeven heeft.
Ik heb straks van de poëzij van den handel gewaagd, en zeker, het is streelend, door eigen vlijt, door eigen kracht, een' onbekenden naam bij zijne medeburgers in aanzien te brengen, door zijne kennis van zaken en menschen, het vertrouwen van stad- en landgenooten te verwerven en te verdienen, aan zijne allengs uitgebreider betrekking een te huis te hebben dank te weten, dat voor de zorgen, welke van zaken onafscheidelijk zijn, schadeloos stelt!
Of verkeeren in uwe oogen de cijfers niet in zoo vele tooverteekenen, welke gij magtig moet zijn, om den staf te zwaaijen, die alle geneugten des levens, alle weelden van den geest ter beschikking van zijnen gelukkigen eigenaar stelt! "Phoe!" hoor ik uitroepen, "alsof er poëzij in den handel school, alsof hij iets van philosofie wist!"
Geheel het menschelijk leven in al zijne openbaringen; van den geringsten stand, van den krommen, mismaakten bedelaar tot de hoogste gegevens der historie; den mensch op straat, in zijn huwelijksleven, in zijne maatschappelijke werkzaamheid, den mensch der geschiedenis en den mensch der poëzij.
Van zijn prozawerken zijn vooral te vermelden korte romantische verhalen, met ingelaschte poëzij, die vaak zeer liefelijk is van inhoud en bevallig van vorm; zoo schreef hij onder andere "Pandosto, de triomf van den Tijd, of de geschiedenis van Dorastus en Faunia", een verhaal, dat in 1589 het licht zag en aan Shakespeare de stof voor zijn "Winteravondsprookje" verschaft heeft.
Zij las ook; maar zonder keus of onderscheid: stichtelijke boeken, romans, brieven, verhalen, zedekundige werken, poëzij, al wat maar gedrukt werd; doch zij faalde meestal, wanneer zij iets van het gelezene te pas zou brengen en moest alsdan de hulp inroepen van mijn zuster Susanna, die, zelve een liefhebster van lezen en in het bezit van een ijzervast geheugen, zelden bij die gelegenheid te kort schoot.
Neen; zoo 'er al eens een Poëet onder ons opstaat, dat in geene jaaren gebeurt; want iemand die geen natuurlijke geschiktheid tot groote verbeeldingskragt heeft, schrijft geen Dichtwerken; nu dan, als 't al eens gebeurt, dan schrijft zo een Dichter na de maat die zijn hartstocht of verrukking hem aan de hand geeft; doch het gebeurt zeer zelden; hij moet dan ook daar bij de nooten stellen, welke dienen moeten om zijne gedichten wel, en in zijn gevoel, te leezen; want al onze Poëzij is met zekere muziek verzeld, en wordt gezongen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek