Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Engel ontmoette aan het hof den geleerden Alcuinus, een Angelsaksischen monnik, ook wel den geschiedschrijver Paulus Diaconus, den taalkundige Pieter van Pisa, Eginhard, die Karels geschiedenis schreef, en anderen meer.
De stad behoorde oorspronkelijk niet tot Etruria, waartoe ze later gerekend wordt. Ze had reeds vroeg handel met Griekenland, en een flinke marine, om zich tegen de ten N. wonende Liguriërs te kunnen verdedigen. In 180 werden op haar gebied de kolonien Luna en Luca aangelegd. Sedert Augustus is het rom. kolonie. In de nabijheid zijn heete bronnen, aquae Pisanae. Thans Pisa.
Vreemde dingen Verneem 'k van meenge huisvrouw ... Doch, mijn Heer, Wat nieuws van buiten? 'k Hoor vandaag in Pisa Dat enkle koopluî daar uit Engeland Hun wollewaar goedkooper wilden slijten Dan wet en recht toestaat, en om gehoor De Signoria drongen. Is dit reedlijk? Hoort de éene koopman d'ander te verslinden?
Eeuwen lang prijkten deze zegeteekenen in de doopkapel te Florence, tot zij in 1848, in eene opwelling van edelmoedigheid, aan het thans volkomen onschadelijke Pisa, de vroegere mededingster der toskaansche hoofdstad, werden teruggegeven.
Des te dieper en treffender is de indruk, dien Pisa, de oude mededingster van Genua, op het gemoed maakt: eene mededingster, die wel wat stoffelijken voorspoed en welvaart aangaat zeer verre voor de rijke koopstad moet onderdoen, maar die ook nog in haar verval de kroon blijft dragen van onvergankelijke glorie, op hooger dan stoffelijk gebied verworven.
Hij wees haar op te staan, hield de tent voor haar open en toen zij binnen waren zeide hij: "Ik moet hier blijven, Mevena, de keizer wil mij niet laten gaan." Zij zag naar den grond en antwoordde niet. En hij sprak weêr: "Maar nog vóór de zomer voorbij is kom ik in Pisa, nog vóór Sint Michiel, nog vóór de winter komt, en dan zullen wij nooit meer scheiden, en gelukkig zijn."
Wie zal het geheim van al deze dooden ontsluieren; wie geeft ons eene levensbeschrijving van alle bewoners van het Campo-Santo? Het ontbreekt te Pisa niet aan ledigen tijd; is er niemand onder hare burgers, die zich aan deze schoone en vrome taak wijden wil?
Bezien wij nu even de Opera del Duomo, afgescheiden van die historische herinnering. De aanblik van de benedenverdieping is niet uitlokkend; er heerscht een volkomen en toch volstrekt niet schilderachtige wanorde; de kleedkamer der kanunniken grenst aan de Scuola di musica en aan het Magazzino della cera (kaarsenmagazijn); een en ander bedorven door restauraties, die getuigenis afleggen van een bij uitnemendheid slechten smaak. Maar wij willen hierbij niet stilstaan. Grassi, de schrijver der Descrizione storica ed. artistica di Pisa, in 1836-37 uitgegeven, spreekt met veel ophef van de schilderijen in het gebouw: het gewelf van de benedenverdieping, beschilderd door G. Stefano Maruscelli; het portret van een heilige, door Salvator Rosa; eene Madonna, van Perino del Vaga; een Sint-Nicolaas van Bari, door Curradi; twee Apostelen, van Sogliano; een Sint-Antonius van Padua en een Sint-Philippus Neri, van Piero da Cortona; en wat al niet meer! Bij al deze min of meer banale, in meerdere of mindere mate gerestaureerde schilderijen zullen wij ons niet ophouden, evenmin als bij de Madonna's en de Christusbeelden uit de middeneeuwen, die in de vertrekken van de eerste verdieping zijn ten toon gesteld; genoegzaam allen missen dat onuitsprekelijke, dien vonk van het genie, die alleen dergelijke voorwerpen van devotie tot kunstwerken stempelt. Daarentegen veroorloof ik mij de aandacht der eventueele bezoekers te vestigen op enkele fragmenten, waarvan de reisgidsen geene melding maken, en wel in de eerste plaats op eene fresko, voorstellende een jong meisje in een blauw kleed, met eene korf vol vruchten op het hoofd: eene schilderij vol aantrekkelijkheid en waarin ik de hand van Benozzo Gozzoli meen te herkennen. Van waar is dit fragment afkomstig en wanneer is het hierheen gebracht? Men zegt mij, dat dit brokstuk omstreeks vijftien jaar geleden uit de Stanza della Fraternit
Het voornaamste sieraad van den voorgevel zijn de drie bronzen deuren, door den beroemden kunstenaar Giovanni da Bologna eigenlijk Jean Bologne van Douai vervaardigd, ter vervanging van de vroegere deuren, het werk van Bonanno van Pisa, die in 1596 door brand werden vernield.
Is het beleedigend?" roept Tomasito, de eenoogige, een kleine Spanjaard met een duivelachtigen aard, berucht zoowel om zijn wreedheid op het slagveld als om zijn uitspattingen in de feestzaal. "Neen," zegt Mendez lachend, "hij heeft ons alleen maar onder de tafel geschilderd." "Sapristi!" grijnst de Italiaan Pisa.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek