Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Het waren sterke mannen en goed gewapend ook, tevens door en door bedorven lieden. Las Casas zegt, dat hun marsch met een voorbijtrekkende pest gelijk stond. De zieke en lustelooze Columbus wachtte te Santa Gloria, maar bijna zonder hoop, op eenig bericht van Mendez.
Overal werd hij met echt broederlijke gastvrijheid ontvangen. Het gebied van onderscheidene opperhoofden werd door hem bezocht, en overal ruilde men bereidwillig de voortbrengselen van 't land tegen Europeesche waren in. Op het einde van het eiland woonde een machtig opperhoofd, dat Ameyro heette. Hij was een zeer verstandig en aangenaam man, die een warm vriend van Mendez werd.
De Ovando zag hierin evenwel eene list van Columbus om in de Kolonie aan wal te komen, en draalde om hulp te verleenen. Eerst zeven maanden later gaf hij zijne toestemming om een schip te huren, doch hiermede was Diego Mendez nog niet verder, want om een schip te huren moest er een schip zijn, en er was nergens eenig vaartuig tot dat doel beschikbaar.
Die tusschentijd was door De Ovando gebruikt geworden om een' zijner gunstelingen naar Jamaïca te zenden, teneinde zich te overtuigen of de Admiraal werkelijk in zulk een' ellendigen toestand verkeerde. Escobar, zoo heette de man, die den dienst van spion moest verrichten, kwam op Jamaïca, en vond daar niet alleen alles zooals Diego Mendez het geschetst had, maar nog veel erger.
Wilde de Admiraal hier met zijn volk niet omkomen, dan moest hij eene bede om hulp naar Hispaniola zenden. Diego Mendez en Bartholomeus Fiesco boden zich aan om in twee kano's naar San-Domingo over te steken, ten einde De Ovando in kennis te stellen met den treurigen staat waarin de expeditie van den Admiraal zich op Jamaïca bevond.
Ovando vreesde, dat Columbus weer het bestuur over Hispaniola in handen zou krijgen, en hoopte werkelijk, dat hij op het eiland Jamaïca omkomen zou. Nu moeten wij de lotgevallen van Mendez en Fiesco nagaan. Zij waren langs de zuidelijke kust van het eiland gevaren tot zij het einde bereikt hadden. De zee was zeer kalm geweest.
Dezen, die als ijdel, onbeschaamd en beginselloos beschreven worden, wisten een opstand tegen het gezag van Columbus, die door een hevigen aanval van jicht aan zijn bed gekluisterd was, te verwekken. Het wachten moe en zonder hoop ooit weer iets van Mendez te zullen hooren, nam een oproerige en bandelooze troep tien kano's en zeilde er mee naar Hispaniola. In 't geheel bestond zij uit 48 man.
Mendez had op een eenvoudige, maar toch boeiende wijze verteld, welk gesprek hij gehouden had. De admiraal liet den jongen man bij zich komen, en zeide: "Diego Mendez, mijn zoon, geen van allen hier begrijpen iets van ons gevaar, behalve gij en ik. Ons getal is klein, dat der Indianen groot, en zij zijn prikkelbaar en oploopend.
De twee moedige mannen kwamen behouden te San-Domingo aan in hunne kano's, die met zes Spanjaarden en tien Indianen bemand waren, en dadelijk deed Diego Mendez den Onder-Koning verslag van den ellendigen toestand van Columbus en de zijnen, en vroeg hij hem een schip om de schipbreukelingen af te halen.
Vasco de Guerra, blijkbaar de aanvoerder van de club, Tomasito, een vaandrig van De Billy's Walen, die door de anderen den eenoogige wordt genoemd, omdat hij een oog heeft verloren bij Aremberg's nederlaag, en Pablo Mendez, zijn alle drie Spaansche officieren, die zich, zooals men uit hun gesprekken kan opmaken, houden voor edellieden van rang en aanzien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek