Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Ik zou niet weten, wie zulk een gevaarlijken tocht zou willen wagen." Na een oogenblik gezwegen en bemerkt te hebben, dat hij zelf de persoon was, dien Columbus op het oog had, om den tocht te ondernemen, voegde Mendez er aan toe: "Mijnheer, ik heb dikwijls mijn leven gewaagd, om u en allen hier te redden, en God heeft mij tot hier toe wonderbaarlijk behouden.

Het uitwendige van de reis. Ontvangst van Columbus op San Domingo. De windhoos. Hij bereikt Honduras. De kruistocht langs de kust. Gedrag van de Spaansche zeelieden. De kolonie verwoest. Ontvluchting naar Jamaïca. Twaalfde Hoofdstuk. De schipbreuk op Jamaïca. 154 Onderzoek van 't eiland. Heldhaftige bedrijven van Mendez. Geestelijk lijden van Columbus. De samenzwering van de gebroeders Porras.

Dit gaat vergezeld van een blik van verstandhouding op zijn kameraden, die uitroepen: "Bravo! de gezondheid van Mariëtta, het zoetste lief uit Brussel!" Terwijl er nieuwe Rijnwijn wordt gebracht, roept Mendez uit: "Caramba! er zijn geen duiven meer in de pastei," en trekt zijn mes terug, waarmee hij de voor hem staande pastei heeft onderzocht, zijn vingers, bij gebrek aan een servet, aflikkende.

Niet één was er, die zulk een gewaagde onderneming aandurfde. Toen trad Mendez vooruit, en zeide: "Mijnheer, ik heb maar één leven te verliezen. Ik ben bereid het in uw dienst te wagen, en voor allen die hier aanwezig zijn. Ik vertrouw op de bescherming van God, die ik vroeger zoo dikwijls mocht ondervinden." De kano werd op 't strand getrokken en van een soort kiel voorzien.

Ook wilde hij Mendez niet naar San Domingo laten gaan, omdat hij vreesde, dat deze medelijden met den admiraal zou weten op te wekken, waardoor men wellicht maatregelen voor zijn bevrijding nam. Ten laatste, door maar steeds aan te dringen, kreeg hij eindelijk verlof om naar San Domingo te gaan, en daar de aankomst van eenige schepen, die uit Spanje werden verwacht, af te wachten.

Gelukkig, eindelijk kwam er uitkomst, want de trouwe Diego Mendez en Bartholomeus Fiesco hadden niet gerust voor ze een schip hadden, en dit schip kwam aan en bracht de arme lijders naar Hispaniola over. Columbus werd daar met alle bewijzen van eerbied ontvangen, maar het was te laat. Zijne kracht was geknakt; zijne hoop verdwenen.

Zij namen elkanders naam aan tot een teeken van broederschap. Mendez kocht een van die kano's van hem, waarvan we vroeger reeds een beschrijving hebben gegeven. Hij betaalde er een koperen pot, een buis en een hemd voor.

In een kort reisverhaal, dat Mendez schreef, maakt hij eerst melding van zijn vertrek van Jamaïca, waar hij het geleide achterliet, dat Columbus hem tot het einde van 't eiland had meegegeven. Hij schrijft: "Daar de zee minder onstuimig werd, nam ik van de anderen afscheid. Allen waren, als ik, diep bewogen.

Mocht het God behagen mij van hier te bevrijden, dan smeek ik Uwe Majesteiten mij te vergunnen naar Rome te gaan en andere pelgrimstochten te doen." Kort na het vertrek van Mendez en Fiesco, brak er onder de bemanning een vreeselijke ziekte uit. Dagen, weken, maanden zelfs gingen langzaam voorbij. Allen waren zeer terneergeslagen, en zij konden hun geest met niets bezighouden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek