Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
De rozen werden nog vóor Simon's aankomst bezorgd, en de oudjes maakten zich warm rond de tafel, trippelden gestadig over en weer, schikten en herschikten de bloemen tot, juist toen alles klaar was, een rap-aanrijdend rijtuig vlak vóor de huispoort stilbleef. Ze stonden roerloos. Nog eens herkwam hun angst, nog eens die stilte overal, nog eens dat toeslaan van harten.
Ze praatten levendig met elkaar, gaven elkaar kneepjes, fluisterden af en toe in apartjes en schaterden dan, dat het een lust was. "Je zult de menschen wakker maken!" berispte Tante Isabel, "toen wij jong waren maakten we zoo'n lawaai niet." "U zult ook wel niet zoo vroeg opgestaan zijn als wij, en de oudjes zullen toen ook wel niet zoo lui geweest zijn!" antwoordde de kleine Sinang.
En hij was zeer trotsch op Sabine. Cordule knikkebolde maar, en ze moest zelf de druiven in een frisch water doopen eer ze toestond dat Simon ze opnam. De avond ook was lief en gezellig. Simon was even vroolijk, lachte en praatte zonder ophouden. De oudjes werden moe van zaligheid. Eens, na een ongewoon oogenblik van stilte, vroeg Donaat.
Zulk een dood door de handen van vrienden en verwanten moet afgrijselijk zijn; maar pijnlijker is het, als men denkt aan de vrees der oudjes zelven, wanneer de honger begint te knagen. Men vertelde ons, dat zij dan dikwijls naar de bergen vluchten, maar dat zij door de mannen achtervolgd en naar het slachthuis, bij hare eigen haarden worden teruggebracht!
Er was toen een »Keicommissie«, die den 1sten Mei op de Varkensmarkt aan het graven toog, maar eerst er niet in slaagde, den steen te vinden. Men was al tweemaal 24 uur aan het werk, toen men nog het spoor niet had. De oudjes, die zich iets van de ligging herinnerden uit het jaar 1856, waren het niet eens over de plaats.
Zij vroegen vrijmoedig om tabak, en er waren een paar tandelooze oudjes, die een stompje pijp in den mond hadden, 't welk bij gebrek aan voedsel lang had gerust. Deze kust wordt zeer zelden door vreemde schepen aangedaan, en europeesche waren zijn er schaarsch.
De vervulling van onzen hartewensch beteekent voor hen, afstand doen van hunne kinderen, beteekent zielsverdriet. Het zal zoo bitter, bitter hard zijn voor hen, als eenmaal de boot wegstoomt, die hunne lieven van hunne harten scheurt en brengt naar 't verre, vreemde land. Zullen zij ongedeerd weeromkomen? zullen de oudjes hen wederzien?
"Nu ? Natuurlijk staan wij buiten dit alles, wij twee oudjes," zei Cossar, met den welbekenden klank van plotselingen toorn in zijn stem. "Natuurlijk. Ligt voor de hand. Een ieder op zijn tijd. En nu is het hùn tijd om te beginnen. Natuurlijk. Wij doen wat we doen moeten en dan gaan we heen. Snap je? Daar is de dood voor.
Deze gewoonte was overgenomen van Padre Dámaso, die zeide: De Heilige Maagd houdt van de jonge meisjes, niet van de oudjes. Iets dat veel vrome besjes lang niet prettig stemde, maar 't was nu eenmaal de smaak van Onze Lieve Vrouw. Zes "Derde-zusters" trokken zijn kar vooruit, om de een of andere gelofte of ziekte: een feit is 't dat ze trokken, en met allen ijver.
Eerst zoo plotseling zijn moeder en nu ook nicht Begijntje... o, wat volgden ze elkaar spoedig op, de twee goedige oudjes! "Z' hè van den uchtijnk d' Heilig Olie g' had," fluisterde het jong begijntje. "Zoe ze mij nie zien? Zoe ze mij nie heuren?" vroeg hij diep ontroerd. "'K en peist niet," antwoordde zij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek