United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij werd toen ouder en zwakker, Thérèse, maar zij hield de woning toch proper en net, en zorgde voor haar oudje en haar kanarie, die in zijn kooitje te zingen zat, wanneer Bernardin de St. Pierre hen bezocht en aanzat aan hun tafel, voorzien als vanouds van eenvoudig, smakelijk eten, door haar bereid.

Ik zal ook dit oudje medenemen; ik geloof dat zij wel heel wat geschiedenisjes zal kunnen vertellen, die den rechter niet onverschillig zullen zijn." Op het hooren van deze woorden stelden de beide vrouwen alles in het werk om ons te verteederen en begonnen luidkeels te jammeren en te klagen.

Wij zaten op den grond dichtbij de deur, 't oudje tusschen beide zusjes in. Wierook en bloemengeur vulden 't vertrek, waar de bruid en wij zaten. Gamelantonen en een zacht gegons van stemmen drongen van buiten tot ons door. Van de bruid gingen mijne oogen naar mijn buurmeisje, en van haar naar Vader, die buiten zat. De gamelan sloeg een welkomstlied aan; de bruidegom was aangekomen.

Een oudje hier bood ons uit pure vreugde daarover, hare collectie boeken aan, oude Javaansche handschriften, vele met Arabische karakters geschreven. Dit gaan we nu weer leeren lezen en schrijven. Je weet misschien dat Javaansche boeken zeer moeilijk zijn te krijgen, doordat zij met de hand geschreven zijn; slechts enkelen zijn gedrukt.

"Kom, oudje!" viel de Heer Bos in, wien kennelijk de wending van het gesprek niet beviel: "gij kunt Mijnheer niet kennen, die hier vandaag voor 't eerst in 't land komt. Ga maar naar de keuken en stel die dwaze denkbeelden uit uw gedachten."

Deze meisjes verlangden niets liever dan goed te zijn en namen veel flinke besluiten, maar ze kwamen ze niet al te best na en zeiden gedurig: "Als wij dit maar hadden," of: "Als we dat maar konden doen," heelemaal vergetende, hoeveel ze al hadden, en hoeveel prettige dingen ze toch al konden doen; daarom vroegen ze eens aan een oude vrouw, of ze hun niet een toovermiddeltje kon geven om zich gelukkig te voelen, en het oudje antwoordde: zoodra als je ontevreden bent, denk dan eens na, over je zegeningen, en weest dankbaar."

"Best te begrijpen!" hervatte het oudje, "nadat hij Padre Dámaso afgeranseld had, bleef hem alleen nog maar Padre Salvi te vermoorden." "Maar je kunt me niet tegenspreken, dat hij een goeie jongen was, toen hij klein was." "Jawel, 't was een goeie jongen," gaf het besje terug, "maar hij is naar Spanje gegaan. Iedereen die naar Spanje gaat, komt als ketter terug, hebben de pastoors gezegd."

Niet dat zijne verschijning in dit huis juist zulk eene zeldzaamheid was om zoo groot opzien te wekken, maar dat de man in kwestie daar op eens voor haar stond, dat hij haar als het ware en flagrant délit betrapte, terwijl zij bezig was hem en de zijnen eens frisch uit te luchten, dat bracht het oudje wel wat in de war.

"Die Selldorf is een hupsche jongen," sprak hij toen. Zijne vrouw zag hem lachend aan, en ook hij lachte. "Nu weet ik, waaraan gij denkt, oudje," riep zij vroolijk. "Zoo waarlijk, Mina? Nu, zou dat wel zoo slim zijn? Ik moet toch eenmaal een schoonzoon hebben, die verstand van de zaken heeft, en hij is een flink mensch; ik heb hem leeren kennen hetzelfde degelijke karakter als zijn vader."

Eén oudje maakte zelfs zulk een diepe buiging voor mij en zoog daarbij met den hoogsten eerbied de lucht door de toegeknepen lippen in, dat ik tevergeefs beproefde, den groet even eerbiedig te beantwoorden.