United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij was vast besloten om, zoodra hij wist wáár of aan wien zich te wenden, het geld aan den eigenaar terug te brengen; er zou, zoo rekende hij uit, voor hem toch stellig een belooning, misschien wel één of een paar bankjes van veertig gulden, opzitten. Elken avond had hij in’t Vroolijke Schuttertje”, een kroeg waar gewoonlijk de maats verkeerden, de dagbladen nagezien, maar zonder gevolg.

Zij haalde een biscuit uit haar zak en hield het hem voor. "Pas op, je weet wel," hernam zij gebiedend. "Laat Maddy eens kijken hoe verstandig je bent!" Nu ging Hedwig opzitten in bed en Bunny hurkte bij den geduldigen hond neder, liet hem zijn linkerpoot op haar schoot leggen, legde op den poot de lekkernij en hield haar vinger in de hoogte. "Pas op! Niet opeten voordat ik zeg dat het mag!"

Het onbedriegelijk oog der liefde had hem in een dier vrouwen zijn Anna doen herkennen, die met haar twee zoontjes den heuvel werd opgestuwd. "Mijn vrouw!" gilde hij: "mijn kinderen! Zij moeten gered worden! Feurich! haast u! laten al de Hanevederen opzitten! maak alles tot een uitval gereed! Mijn Anna! ik word radeloos!"

Als de meid eens vroeg: "Och, Lies, ik heb het zoo druk, wil jij even rijst voor me halen?" dan zei Liesje: "Dank je, ik hou' niet van boodschappen doen!" Neen, zij hield niet van boodschappen doen. Als Fik, de hond, moe van eene lange wandeling, lekker in zijn mandje lag te rusten, dan moest hij juist eens voor Liesje opzitten.

"Pips" wist precies, wanneer zijn meester hem een vogel wilde schieten, ging opzitten, als het geweer werd aangelegd, en zoodra de prooi gevallen was, haalde hij deze ten spoedigste. Hij was zeer zindelijk; zelfs gebruikte hij na het eten zijne klauwen op een hoogst grappige wijze als tandenstokers.

Zij moesten Woensdag en Donderdag te bed blijven en schenen toch hoe langer hoe vermoeider te worden. Tom mocht Donderdag een uurtje opzitten, ging Vrijdag weer eens uit en werd Zaterdag voor hersteld verklaard, doch Becky hield haar kamertje tot Zondag, en toen zag zij er uit alsof zij maanden ziek was geweest.

"Daar heb je 't nu al, met je getalm en je gezeur. Nu moet ik dadelijk op het kantoor komen, en mijn werk is nog niet half af. Daar zal weer wat voor me opzitten, hoewel dat jou zeker wel koud zal laten, dat kan ik me best begrijpen." "Maar, Flipsen," zeide zijne vrouw, "is het nu mijne schuld, dat jij gisteravond je werk niet hebt kunnen afmaken? Neen, man, je weet zelf wel beter!

Deze werd nu met alle zorg van het paard getild en te bed gebracht, waarop hij terstond in een diepen slaap verzonk. De overigen bleven echter nog tot laat opzitten, om te overleggen, wat zij doen moesten om de dwaze inbeeldingen van den armen man zooveel mogelijk te keer te gaan of althans voor het vervolg onschadelijk te maken.

Nu ontbloot hij de tanden, piept, blaast, wipt op den bal, springt er ontsteld weer van af, tracht hem met den rug weg te duwen, steekt zich in den schouder, wordt al woedender en woedender, doet opnieuw vruchtelooze pogingen om het monsterachtige wezen uit den weg te ruimen, krijgt nog meer steken in de handen en de lippen ten einde raad gaat hij eindelijk, terwijl allengs de verbazing de overhand krijgt over den toorn, voor "het stekelvarken" opzitten en kijkt naar het vreemdsoortig dier met een merkwaardig comische vrees en met een ingehouden woede, die hij niet zelden koelt aan een nabijzijnd voorwerp, aan een volkomen onschuldige soort- en lotgenoot, wien hij de beten tracht te geven, die hij den Egel had toegedacht.

Daarenboven meende hij, dat het niet goed zoude zijn, wanneer Hulda met hare moeder alleen bleef. Het lieve kind was eenigen tijd bedlegerig geweest doch kon thans weer wat opzitten; maar zij was toch nog zoo zwak dat zij hare kamer moest houden. Haar broeder begreep dus dat hij haar niet mocht verlaten. Het karretje stond tegen elf uur voor de deur der herberg.