Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Maar ik denk dat hij u eene zending zal opleggen die niet zonder gevaar is, en u bevelen de Waal, de Maas of den Rijn af te varen, uwe groenten te ruilen tegen netten en naar de visschersschuiten te gaan te Harlingen, alwaar vele matrozen het gezang des leeuweriks kennen, vervolgens door de wadden, langsheen de kust, naar de Lauwerzee te varen, de netten te ruilen tegen ijzer en lood, aan uwe boeren kleederen te geven naar de dracht van de eilanden Marken, Vlieland of Ameland, een weinig van de kust af te blijven, te visschen en uwe vangst in te zouten, niet om ze te verkoopen, doch om ze te bewaren, want zout eten en een goeden pot drinken is geoorloofd in oorlogstijd.

Uwe vrouw weet dat gij hier onder christenmenschen zijt; gij zult van nacht in mijn ledekant slapen, ik zal er schoone lakens opleggen, en dan slaap ik bij het kamermeisje, juffrouw Stahl, kom!" Dit zeggende gaat zij de kamer uit, en niet lang daarna komt zij weder binnen en legt schoone lakens op het bed en vraagt weder: "Mijnheer Droi, zijt gij ook bang?"

In het hart van Amadis ontwaakten hooge gevoelens van ridderlijkheid, zoodat hij ten slotte Koning Languines verzocht, hem tot ridder te slaan. Languines was zeer verbaasd, dat deze jongen verlangde naar een eer, die hem zulke zware verplichtingen zou opleggen, maar hij ging op het verzoek in, en gaf bevel, dat er wapens voor hem gesmeed zouden worden.

Goedwillig zal ik mij aan iedere boete onderwerpen, welke hij mij opleggen zal." "Gij hebt goed gesproken, broeder Albert," zei Beaumanoir; "uwe beweegredenen waren goed, dewijl gij daarin gelijk hadt, dat gij uw dwalenden broeder op zijne dolzinnige loopbaan wildet stuiten.

"O, ik wasch handschoenen. Geef jij me misschien ook de clandisie?" "Nee, die draag ik nooit. Je mag er wel wat opleggen, dat ze niet wegwaaien, als ze gedroogd zijn." "Ja. Zeg, Ru, ruik-jij geen gaslucht, daar in dien hoek?" "Nee, 'k ben verkouden. Ja, hier toch; 't zit bij 't kastje." "Niet aan de slang? Frieda klaagt er al langer over. We zullen 's 'n man van de gasfabriek...."

"Ik zal 't je maar niet te zwaar opleggen, jongen!" antwoordde Sijtje. "Schiet er twee, en ik zel leuven dat je 't nog kenne." "'t Zel beuren, Sij!" riep de jager, en sloeg zijn arm om haar middel, "'t Zel beuren na je woorden, of mijn naam zal geen Teun de Jager meer zijn!" En hij trok haar naar zich toe. "Bedaard, Teun-tje!" riep het meisje; "geen gekheid hoor! Zoenen, ben je raar?

Ook wie weinig heeft. Want allen hebben genezing van noode. En rijke kapitalisten, die reeds in het geld zwemmen, moesten nooit iets opleggen, maar al de winst van elk jaar geven voor 's Heeren dienst! Daar ontvingen ze het voor. Ze rentmeesteren den Heere. Maar er is meer.

Het is niet noodig, dat ik Titus vrijspreek; zijn goede naam is overal bekend genoeg en ontlast hem voor mij van de straf, die de wetten opleggen. Reeds had Octavianus dit gehoord en hij liet alle drie bij zich komen. Hij liet de twee als onschuldig en de derde om hunnentwil vrij.

Zo ik er iets aan doen konde, dan zou ik zeker er zo veel gewigts opleggen, dat gy tot al schryven oversloegt. Ik. Maar wat zal ik zulk een deftig verstandig man schryven? Juffrouw Buigzaam. Wat? Ja, dat moet gy zelf beöordeelen: dit, myne liefde, kan of mag ik u niet dicteeren.

Hy gaat van die plaats niet, dan om aan de behoeften der natuur te voldoen, en om de harde beproevingen te ondergaan, welken de andere Capitains hem van tyd tot tyd opleggen. Men laat hem, zes weken lang, een zeer gestreng vasten onderhouden. De nabuurige Capitains komen hem des morgens en des avonds bezoeken.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek