United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Laat mij 's kijken; mag 't tafeltje even weg?" "Pas op; geen lucifers, Ru,... je vliegt in de lucht...." "Nee, wacht maar; zoo erg is 't niet. O, kijk; deze schroef zit los. Je hebt hier zeker geen gereedschap." "De juffrouw zal wel...." "Och, ik kan het wel met m'n fietssleutel."

Ze wou even zich herinneren, hoe 't maar weer precies was gebeurd: ze liep naast Ru, en was moedig, en had honderd groote en dappere plannen in haar hoofd; toen kwamen er twee de brug af, en ze vermoedde zonder woorden; ze voorvoelde; 't was als het bewustzijn van één, die vallen gaat, diep, dood;... ze had gekeken, strak, naar één punt, en het was duidelijker geworden; háár Eddy was even tusschen het dreigende beeld komen schuiven, hij, met z'n belovende oogen, z'n streelende lach; toen was hij er mee samen gevallen: z'n lach naar 'n ander, de belofte aan 'n ander....

"Er is niets heerlijker, dan mee te gaan, op te gaan in haar geestdrift en bezieling. Ze electriseert de menschen eenvoudig, en níet door stijl-effecten, niet door woorden-klinkklank, maar alleen door haar overtuiging, en haar passie om anderen te overtuigen." "O, Ru, ik ben zoo blij, dat je me meegenomen hebt.

Was de slang met 't aansteken zooeven 'n eindje van 't comfoor afgegleden? O, nee, Frieda had al meer over gaslucht geklaagd; ze rook het nu ook, nu ze er dicht bij was; ze zouden , daar was Ru Bruining, met z'n fiets. "Mary is niet thuis, Ru." "Zóó. Zou 't nog lang duren?" "Nee. Binnen 'n kwartier zal ze er wel zijn."

Ru zegt, dat theosofie het toppunt van menschelijke verwaandheid is, nog veel erger dan het Christendom. Want het voortleven, de ontwikkeling van den enkeling, het individu, is voor theosofen alles, terwijl hij juist overtuigd is, dat wij het leven maar even mogen dragen, en moeten trachten het te verheffen, opdat wanneer we het aan anderen overgeven, het 'n kostbaarder schat geworden zal zijn.

"O, ik wasch handschoenen. Geef jij me misschien ook de clandisie?" "Nee, die draag ik nooit. Je mag er wel wat opleggen, dat ze niet wegwaaien, als ze gedroogd zijn." "Ja. Zeg, Ru, ruik-jij geen gaslucht, daar in dien hoek?" "Nee, 'k ben verkouden. Ja, hier toch; 't zit bij 't kastje." "Niet aan de slang? Frieda klaagt er al langer over. We zullen 's 'n man van de gasfabriek...."

"Ik begrijp niet," begon Ru weer over de lezing, "dat er niet veel studenten waren vanavond. Natuurlijk wel de partij-leden, maar dit was toch iets, dat iedereen goed zou hebben gedaan." "Och, ze hebben zooveel andere dingen." Ze liep steeds sneller om maar thuis te zijn.

"Maar 't helpt toch zeker, zoo'n avond, en de beloften, die je jezelf dan doet." "'n Mooi gevoel is niet verloren," zei Ru, maar Go keek strak voor zich uit. Ze waren nu op de Stille Rijn en van de brug zag ze twee menschen komen, 'n jonge man en 'n meisje, die dicht bij een lantaarn, tegen elkaar geleund, bleven staan.

Ru schudde z'n hoofd over die "manie"; naar geen enkele lezing was ze meer mee te krijgen.

"Ja, en 'n kraai en 'n paar kippen, en konijntjes. Je zult 't wel grappig vinden, denk ik." ", zalig zoo buiten wonen...." Mary vond hen in druk gesprek bij het open raam. "Zoo broertje!" "Dag Mary, ik breng iets van moeder voor je mee." "O, de das, dank je." "Zeg Mary, Ru vraagt, of 'k vanavond mee ga naar de lezing van Mevrouw Roland Holst. Doe-jij 't ook?" "Nee, Go, ik kan niet. Maar doe 't.