Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Ook Gijsbrecht was een weinig bleeker geworden, doch spoedig herkreeg hij zijne opgeruimdheid weder en zeide: "Gekheid, Bertha. Droomen zijn nog nooit anders dan bedrog geweest, ik geloof er niet aan. Je hebt zeker onrustig geslapen en toen gedroomd, zooals dat iedereen wel eens overkomt.
Niemand anders in zijn plaats zou gewaagd hebben tegenover zulk een wanhoop te lachen; maar in zijn lach lag zooveel goedhartigheid, dat hij niet beleedigde, maar zelfs de smart lenigde en deed bedaren. Zijn zachte, vertroostende woorden en zijn opgeruimdheid werkten verzachtend als amandelolie. Ook Anna gevoelde dat.
De opgeruimdheid van broeder Sam en van broeder Sib was voor de twee jongelieden aanstekelijk geweest. Zij koutten, zij gingen en kwamen, verwijderden zich en verschenen weer te midden van de kleine rotsachtige paden, tusschen de lage bouwvallen van muren, van gedroogden steen vervaardigd. Alles ging dus naar wensch, toen men vlak voor den kruisberg van Mac Lean stil hield.
"Onzen besten Jonker Joan!" herhaalde Geertrui, terwijl zich over haar gelaat eensklaps een ongewone opgeruimdheid verspreidde: "och neen! gisteren had hij het zeker te druk met u allen, om aan de oude Geert te denken." "Dit heeft hij toch gedaan," hernam Ulrica: "hij heeft naar u gevraagd; doch, zooals gij wel zegt, de drukten van het huis zullen hem belet hebben u te gaan omhelzen."
Twee ongeluksjaren aan de zijde van een gewetenloos man, dien zij niet liefhad, hadden den kinderlijken overmoed van Barine langzaam doen overgaan in haar tegenwoordige kalmere opgeruimdheid.
Opgewektheid zult gij bij hem niet vinden; de Siciliaan is over het algemeen somber; zang en lach der Napolitanen zal men tevergeefs bij hen zoeken, maar zijn fond is beter en hij is meer ontwikkeld. Trots kijkt hij uit de donkere oogen, ridderlijk is zijne houding. Moet ons zijne mindere opgeruimdheid verbazen als wij zijn land hebben gezien?
Ondanks zijn deftig ambt van adjunct-commies bij het ministerie van Buitenlandsche Zaken, afdeeling: Handelszaken, had hij den grooten voorraad opgeruimdheid en vroolijken levenslust, van de academie meegebracht, nog nimmer verzaakt. André de Witt was de zoon van een onbemiddeld predikant te Leiden, die in de verte verwant was met de familie De Milde.
"Welnu, mijn jonge vriend," zei hij op een zekeren toon van opgeruimdheid. "Hoe hebt gij dezen nacht doorgebracht.... dien eersten nacht na uwe grootsche ontdekking?" "Wel, zeer goed, mijnheer Watkins, zeer goed!" antwoordde de jonkman koeltjes. "Wat? Hebt gij kunnen slapen?" "Zoo als gewoonlijk! Waarom niet?" "Al die millioenen, die uit dat fornuis daar te voorschijn getreden zijn," hernam Mr.
Ten bewijze: stel een masker voor een gelaat en bekijk dan de oogen door de daarin overeenkomstige gaten, en ik tart u alsdan uit te maken, of dat gelaat opgeruimdheid, droefgeestigheid of toorn verraadt." »Ah! waarlijk?" vroeg broeder Sam, die in de les belang scheen te stellen. »Hé! dat wist ik niet!" vulde broeder Sib aan.
Deze opgeruimdheid was slechts door een woord van trotsch medelijden afgebroken geworden: toen hij aan zijn linkerhand, ter plaatse waar thans een groot graf is, de bewonderenswaardige grijze Schotten met hunne heerlijke paarden opeengedrongen zag, zeide hij: "Dit is jammer."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek