United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij, opgewonden door z'n handdrukken, z'n opgeruimdheid, de blijdschap dat vader 't dee, dat-ie in 't gasthuis misschien heelemaal beter zou worden, stond 'm toe te droomen met 'r wonderlijke, zwarte oogen. Suikerpeer hielp, Mijntje hielp, Rebecca droeg de dekens. 't Eindje kaars wapperde van 't gerucht, wenkend en knikklend, dat 't vet in 'n plasje droop.

De tijd van "Elk wat wils" en van "Driekoningenavond" is voorbij. Het stuk eindigt wel is waar met een paar huwelijken, doch de stemming is somber, en zelfs de scherts, die er in voorkomt, kan niet tot opgeruimdheid, maar veeleer tot wrevel stemmen.

Van tyd tot tyd zong zy, met zekere geestdrift, eenige toonen van het een of ander lied, of sprak enkele woorden om de opgeruimdheid haers harten lucht te geven."

Zoodra hij toch alleen was, welden er tranen in zijne oogen, bij de gedachte aan zijn vermoorden lieveling. Daarom was zijne opgeruimdheid, die hij, beste Bartja, ook in het hart van uw ernstigen broeder wist over te storten, dubbel bewonderenswaardig.

Maar bij geen enkele van honderd heb ik de opgeruimdheid van geest aangetroffen, welke dien sanguinen Brit onderscheidde; het is meestal een ziekelijk zelfbedrog, dat kwalijk de innerlijke ontevredenheid vermomt.

Hij sprak met opgeruimdheid; hij had dat vuur wedergevonden, 't welk hem den 1en Maart bij zijn landing bezielde, toen hij in de golf Juan den grootmaarschalk op den verrukten boer wees, en uitriep: "Nu, Bertrand, ziedaar reeds versterking!" In den nacht van den 17 op den 18 Juni schertste hij over Wellington. "Deze kleine Engelschman heeft een les noodig," zeide Napoleon.

Zij had door dit alles een gevoel alsof zij verlost was. Sedert zij de liefelijke opgeruimdheid van geest, die in haar ongelukkig huwelijksleven gedreigd had verloren te gaan, voor zich zelve teruggevonden had, en haar huis een middelpunt van geestelijk leven had zien worden, had zij altijd getracht al hare gasten met dezelfde vriendelijkheid te gemoet te komen.

Ik vergeleek haar met een vriendelijken geest, die ons door de aarde geleidde, en met mijne hand streelde ik de vochtige stroomnimf, die onze schreden met hare gezangen begeleidde. Mijne opgeruimdheid nam gaarne eene mythologische wending. Wat mijn oom aangaat, hij, "de man der loodlijn," raasde geducht over de waterpasse richting van den weg.

Hij beklaagde zich wel bij haar over haar weinige levendigheid en opgeruimdheid, maar al het wereldsche, al het schitterende en woelige, dat zij door-leefden, vond hij even pleizierig als het háar mishaagde. Ook was hij onophoudelijk vol allerliefste oplettendheden voor haar, hij zocht op alle mogelijke manieren haar ook plezier te doen hebben.

Zoo had hij even licht de opgeruimdheid van zijn leeftijd herwonnen als hij den verzuimden leertijd had ingehaald, na den rampspoedigen dood zijns vaders, en alleen als men de wreedheid had hem aan de smartelijke tooneelen van diens laatste levensdagen te herinneren, betrok zijn helder gelaat en flikkerde er een gloed van toorn in zijn oog. Zijne kleeding?