United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zou ik nu rijk genoeg zijn om de Werve los te koopen?" viel zij op eens in op geheel anderen toon, eene mengeling van schalkheid en ernst, die geruststelde dat hare vroegere opgeruimdheid nog niet verloren was gegaan onder het lijden. "Neen, Francis! En al ware dat, de Werve is in handen, die haar tot geen prijs zullen overgeven.

De vroolijke lach van vroeger, hare opgeruimdheid, haar gezellige toon, zij waren verdwenen. De arme vrouw was neerslachtig en somber geworden. Ja, 't was wel eene vreeselijke ramp geweest! Ook Dik was zoo vroolijk niet meer als vroeger.

De kloeke, zwaargebouwde zeeman met de kleur der gezondheid op de bolle wangen, en met opgeruimdheid, kracht en moed in de donkere oogen, was op dit oogenbilk vijfenveertig jaar oud. "Dag, De Ruyter, hoe maak-je 't?" zeî Tromp en stak de hand uit.

En toch behoorde Teun de Jager tot die gestellen, bij wie de vroolijkheid minder eene eigenschap dan een vermogen der ziel schijnt te zijn, en was er onder deze levendige beek zijner opgeruimdheid, waar zich niets dan licht en bloemen in schenen te spiegelen, een bodem van ernst en droefgeestigheid.

Voor dezen nood is men het koelst van alles. Mabeuf had echter niet geheel en al zijn kinderlijke opgeruimdheid verloren. Zijn oog werd eenigszins levendig, wanneer het zich op zijn boeken richtte, en hij glimlachte bij 't zien van zijn Diogenes Laërtius, dat een eenig exemplaar was. Zijn glazenkast was het eenig meubelstuk, dat hij buiten het onmisbare gehouden had.

Die zwijgende baar omsluit voor eeuwig den goeden, minnelijken zanger, wiens voetstappen een eeuwig spoor van troost en blijdschap nalieten, uit wiens zachte blikken de opgeruimdheid des harten en de vriendschap straalden, wiens aanzijn vreugde en levenslust verspreidde waar hij kwam ... hij, het ware beeld der voorvaderlijke gulhartigheid!

Hij was vlug, hij had orde; al had hij geene vaste inkomsten, hij wist rond te komen en, zooals hij het zelf noemde, het hoofd boven water te houden, en sinds de nood hem de deugd van zuinigheid oplegde, wist hij haar te oefenen met een gemak, of het simpel uit liefhebberij geschiedde. Zijne opgeruimdheid had tot hiertoe door die leefwijze niet geleden.

Zenuwachtig en afgetobd door waken en zwoegen, raakte ze in de onredelijke gemoedsstemming waarin de beste moeder nu en dan wel eens kan verkeeren, wanneer huiselijke zorgen haar drukken, gebrek aan beweging haar van haar opgeruimdheid berooft, en ze een gevoel krijgt, alsof zij alleen uit zenuwen en niet ook uit spieren bestaat.