Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


"En meent gij ook, gelijk Jakob, dat de duivel, of ik weet niet welke bovennatuurlijke oorzaak, daarmede bemoeid is?" De oude vrouw schudde ontkennend het hoofd. "Ha, gij gelooft het niet? Gij hebt een gezond verstand, gij Peternelle?" riep de jongeling. "Welnu, wat is uwe gedachte over de onbegrijpelijke ziekte mijns ooms?"

»Nooit!" antwoordde miss Campbell met een ernstig gezicht, dat wel in tegenspraak met haar lachend mondje was. »Nooit! mijn lieve ooms... ten minste zoo lang ik niet gezien heb..." »Wat dan?" vroegen broeder Sam en broeder Sib als om strijd. »Zoo lang ik den Groenen Straal niet zal gezien hebben."

Zij keek nu eens vóór haar dan weer rechts of links en scheen met het dwalend oog een horizon te zoeken, die zij niet kon ontdekken. Eensklaps bemerkte miss Campbell want zij was die zeker iemand hare ooms.

"Zoo... heeft Ooms verloren." "Hij kreeg kramp in zijn handen." "Zoo." "Ga je zoover mee Rob? Ik ga de stad in." "Da's goed." "Scheelt er wat an?" "Ik ben niet lekker." "Komt van 't lange vrijen!" Rob lacht flauwtjes. Ik wil hem nog houden. Maar hij gaat weg. Hij moet om drie uur Anna afhalen. Ik steek een pijp op en zit voor het raam.

»Spreek, mijnheer Sinclair, en wanneer uw raad beter is, dan zullen mijn ooms niet weigeren hem op te volgen, daarvan ben ik verzekerd." De gebroeders Melvill maakten een hoofdbuiging, die zóó volmaakt gelijktijdig was, dat die twee ooms nooit meer op elkander geleken dan in dat oogenblik.

»Tot morgen!" antwoordden de beide ooms. »Wij hebben een voorgevoel, dat morgen...." Iederen avond hadden de gebroeders Melvill een voorgevoel en iederen avond kwam dat bedrogen uit. De dag van den 5den September begon evenwel prachtig. De morgennevel loste zich door de warmte van de eerste zonnestralen op.

'K zal ze toch nog wel e-kier meuge zien, e-woar, pauvre grand-tante!" vroeg Leontientje ontroerd. Natuurlijk, natuurlijk," zeide de ooms. En na wat heen en weer gepraat werd besloten dat Cordúla er den volgenden ochtend met Leontientje heen zou gaan.

Den avond voor dien grooten dag, soupeerde ik bij den schoonvader met ooms en tantes, neven en nichten. Ik huichelde heel goed den dankbaren schoonzoon, betuigde den goudsmid en zijn vrouw honderdmaal mijn erkentelijkheid, speelde den hartstochtelijk verliefde bij het meisje, maakte mij aangenaam bij alle leden van de familie, wier platte conversatie en burgerlijke manieren mij aanstoot gaven.

"Bij zulke heuveldaad wordt de wraak een plicht. Geschiedde wat wil, geduld is hier lafheid!" De proost en de kastelein hadden Burchards handen gegrepen en poogden hem te stillen en te troosten. "Welnu, ooms, wat denkt gij?" zuchtte Burchard met heesche stem. "Nu is al mijn moed gestorven; maar indien mij nog kracht overbleef, zoudt gij zeggen: geef toe, wees voorzichtig, verdraag alles?"

De beide ooms zouden ongetwijfeld voortgegaan zijn met de verrukkelijke verzen van Ossian aan te halen, wanneer slechts Aristobulus Beerenkooi niet goedgevonden had, hen plotseling in de rede te vallen: »Mijne heeren!" vroeg hij, »hebt gij wel ooit eens een dier geesten ontmoet, die u zoo verrukken? Neen! En zijn ze te zien? Ook niet, nietwaar?"

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek