United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij sprak er nooit van; en mijnheer du Bessy, die geen geweld deed om een geheim te houden, bleef in den waan dat men het hem niet ontstolen had. Hij maakte verzen, waarnaast, in zijne meening, het vurigste verlangen van een Dante een koeltje of lauw-water was.

Zeus Lacedaemonius en de groote God van dien jongeling stonden ons ter zijde, en sloegen onze vervolgers, wier stemmen wij dikwerf zoo dicht achter ons hoorden, dat wij ze onderscheiden konden, met blindheid. »Met een boog, dien ik een onzer wachters ontstolen had, voorzag ik in ons onderhoud. Waar zich geen wild opdeed, daar voedden wij ons met wortels, boomvruchten en vogeleieren.

Hij vertelde ons, dat York Minster eene groote kano had gebouwd, en verscheidene maanden geleden met zijne vrouw Fuegia naar zijn eigen land was gegaan, en dat zijn afscheid nemen door eene uiterst laaghartige daad gevolgd was. Hij had Jemmy en zijne moeder overgehaald om hem te vergezellen; had hen onderweg des nachts verlaten, en elk voorwerp, dat hij bezat, ontstolen.

Hij las hoe of de arbeid is de waarde, en hoe de arbeid ten deele vergoed wordt den arbeider, in zijn loon, en hoe er arbeidstijd aan hem ontstolen wordt. Hij zette zich vast op zijn ellebogen, en begreep 't goed, het werd in hem geklonken zooals de ijzren pijlers van een brug. Hij zat als een gast aan een stevige tafel, en at van de kennis, en niets te veel.

Geen gevaar dus dat Cascabel's spaarduitje, in den letterlijken zin van het woord door hem in het zweet zijns aanschijns bijeengebracht en nu met zorg in de zakken van zijnen mantel geborgen, hem onderweg ontstolen kon worden. Om de waarheid te zeggen was het aanschaffen van eene geldkist dan ook voor het veilige bewaren van zijnen schat niet zóó onontbeerlijk als hij voorgaf.

Gij hebt ons eens naar de Mugnone gebracht om zwarte steenen te verzamelen en toen gij ons op de galei hebt gezet zonder scheepsbeschuit, zijt gij er vandaan gegaan. Met uwe eeden gelooft gij op een andere manier ons wijs te maken, dat het varken, hetwelk gij hebt weggeschonken of verkocht hebt, u is ontstolen.

Hij was bang dat die zaligheid mocht ophouden, of dat ze hem mocht ontstolen worden, en hij wilde er mee wegvluchten. Hij zei: "Goedenavond ... Goedenavond...." En vluchtte inderdaad. Moeder Doxa was niet weinig gelukkig, als ze nu, in zijn zolderkamertje, haar zoon Johan hoorde zingen van den morgen tot den avond. Hij wilde haar echter niets van de heerlijke gevallen zijner liefde bekennen.

Eenigen tijd geleden heeft een Maleier, Amat genaamd, mij een amulet ontstolen, die voor mij van groote waarde is. Voor anderen heeft ze niets te beteekenen en kan ze zelfs gevaarlijk worden. Dat heeft de Maleier, die dief, niet geweten, anders zou hij mij mijn amulet niet hebben ontstolen." »En wat wilt u nu van ons, heer?" vroeg een der Dajaks nieuwsgierig.

Een geacht man ontmoette eens twee anderen op zijn rit, van wie er een op een paard zat, hetwelk hij wist dat hem ontstolen was. Hij sprak hen aan en eischte zijn paard op; maar tot antwoord trokken zij hunne sabels en zetten hem na. De man, die een snel en goed paard bereed, vlood voor hen uit, zwenkte toen hij een dicht kreupelbosch zag, er om heen en bracht zijn paard tot staan.

Nadat de toovenares Galaor had ingelicht, reisde zij Amadis achterna, die op weg was naar het Hof van Koning Lisuarte in Windsor. Zij vertelde hem, dat het zijn broeder Galaor was, die hem bevrijd had, het kind, dat zijn ouders ontstolen was. Dit bericht verrukte hem, maar bedroefde hem tevens.