Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 oktober 2025


Er was iets goddelijks in dezen man, die, zich zelf onbewust, zoo eerbiedwaardig was. Jean Valjean stond met zijn wigge in de hand, bewegingloos in de schaduw, verschrikt voor dezen schitterenden grijsaard. Nooit had hij iets dergelijks gezien. De gerustheid ontstelde hem.

En hij was zoodanig met zijn gedachten over dezen vreemden en gevaarvollen tocht vervuld, dat de tijd voor hem omvloog en hij werkelijk ontstelde, toen hij eensklaps een hand op zijn schouder voelde. "Neen, het is geen menscheneter, ik ben het!" zei Max Huber vroolijk, "de beurt van waken is aan mij. Hebt gij niets verdachts gezien?" "Niets", antwoordde de Amerikaan.

Dit verbaasde en ontstelde hem tegelijkertijd en wekte ten slotte zijn medelijden op met de ongelukkige donna, waaruit de begeerte ontstond haar, als hij kon, van dien angst en van zulk een dood te bevrijden. Maar hij was ongewapend en na zijn toevlucht te hebben genomen tot een boomtak bij wijze van stok, ging hij de honden en den ridder tegemoet.

"Het zij zoo!" zegt meester Gerhard op somberen toon en slaat verblind toe, als de vreemdeling zijn rechterhand aanbiedt. Deze was ijskoud en een huivering overviel hem. Toen begon de andere te lachen, spottend en zegevierend. "Prijs der weddenschap je ziel!" Ontzet krimpt de ontstelde meester ineen. Reeds heeft de andere den vuurrooden mantel geopend. "Tot weerziens, vermetele!"

Frederik Hendrik trad binnen met dien weifelenden stap, die verbleekte en ontstelde wezenstrekken en die onzekere houding, welke zoowel het kenmerk zijn van den onschuldig betichte, die geen kans ziet om zijn onschuld aan den dag te brengen, als van den overtuigden booswicht: en, in waarheid, nooit had hij zich in zulk een moeilijke, ja gevaarlijke omstandigheid bevonden.

Wel bekome het u!" De persoon, wien hij deze woorden toerichtte, wees tot alle antwoord naar eenen stoel, waarop de ontstelde hovenier zich liet nederzakken zonder eenig gerucht te durven maken, dewijl hij wel zag, dat zijn meester met iets bezig was en niet wilde gestoord worden.

»Vrienden", stamelde hij tot de boeren: »'t is zondag-nacht.... Gij hebt me .... erg doen schrikken. Gaat nu rustig naar huis .... en .... wat ik u bidden mag .... laat .... laat dien man verder ongemoeid." Hij sloot de deur, gaf op de vragen van zijne doodelijk ontstelde huishoudster geen antwoord, en waggelde de trap op naar zijne kamer, waar hij voor de sofa geknield bleef liggen.

Eenige oogenblikken later ontstond in de gevangenis dat verwarde, ontstelde rumoer, 't welk op een ontdekte vlucht volgt. Het gerucht der geopend en gesloten wordende deuren, het krassen der hekken op hun hengsels, de verwarring in de wacht, heesch geroep van gevangenbewaarders, het stooten van geweerkolven op de steenen der binnenplaatsen, dat alles hoorde hij.

Ik kroop in mijn ledekant en sliep slecht, door de kou. Japi had nergens weet van. Toen de dag aanbrak en ik voor de zooveelste maal wakker werd, hoorde ik hem rammelen. Hij was bezig thee te zetten, had zelf beneden water gehaald, en zich aan m'n ontstelde buren voor een neef van mij uitgegeven. Hij had best geslapen, hij was alleen een beetje stijf. Hij hoopte dat i me niet wakker had gemaakt.

Zij waren het, die als krankzinnigen schreeuwden, loopende zoo hard zij maar konden. Nu en dan zagen zij om met doodelijk ontstelde gezichten, alsof een troep wolven hen op de hielen zat. "Wat scheelt die menschen?" vroeg Cyprien. "Ziet gij iets, grootvader?" "Neen, niets," zei ik. "Het gebladerte beweegt zich zelfs niet."

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek